Even rust voor de Staten

Het is het eind van een lange dag van algemene politieke beschouwingen. We vergaderden 'hybride'. In coronatijd betekent dat dat de meeste fractievoorzitters hun bijdrage houden in de statenzaal. Maar er is maar ruimte voor één woordvoerder per fractie. Hun fracties zijn er niet bij. Sommige fractievoorzitters debatteren digitaal mee. Van achter hun computerscherm. Thuis of vanaf nog veel verder weg gelegen plekken, waarover later meer.

Volgens de wet kunnen Provinciale Staten zo niet vergaderen: vergaderingen zijn óf 100% fysiek óf 100% digitaal. Mengvormen zoals deze mogen niet. Dus om het rechtsgeldig te krijgen, eindigt de dag - zoals elke statendag - met een 100% digitale sessie in de avond. Daarin worden de moties nog een keer ingediend. En de statenleden stemmen. Zo lossen we het op.

Mijn uitzicht vandaag, vanaf de voorzittersstoel. Op de monitor is Ankie Voerman (Partij voor de Dieren). Zij voert het woord, vanuit huis.

Toen ik vanmorgen de vergadering vanmorgen opende, zei ik erbij dat de algemene beschouwingen 'een soort politiek hoogtepunt van het jaar' zijn. Maar de gebeurtenissen van gisteravond in Amsterdam trekken hun wissel ook in Groningen. Amsterdam is niet ver weg. De aanslag op Peter R. de Vries breed is ervaren als een harde klap voor de democratie en de democratische instituties. Dat legt dat een extra lading op het debat. Ik riep de leden van de Staten op om juist op zo'n moment te laten zien dat de democratie weerbaar is, tegen een stootje kan en dat we in staat zijn onder alle omstandigheden, ook onder deze, een democratisch debat te voeren in ons parlement, dat daar voor is.

En dat hij nu graag thee wil drinken met zijn zoon als hij uit school komt.

Dat gebeurde. Provinciale Staten hebben meer fracties dan ooit. Zestien stuks. Drie daarvan zijn ontstaan als afsplitsingen van Forum voor Democratie. Bij algemene beschouwingen kunnen ze allemaal hun licht laten schijnen over de hoofdkeuzes van de Groningse politiek. Algemene beschouwingen. Dus veel onderwerpen passeerden de revue.

Aan het eind van de tweede termijn kondigde senior-statenlid Jan Hein Mastenbroek (Fractievoorzitter van de SP) aan dat dit zijn laatste bijdrage zou zijn. Hij memoreerde dat zijn zoon nu oud genoeg is voor de basisschool. En dat hij nu graag thee wil drinken met zijn zoon als hij uit school komt.

Mastenbroek is een ervaren statenlid. Een oppositieleider die met zijn vriendelijke scherpzinnigheid een groot gewicht in de schaal legt. En die een feilloos gevoel is voor wat écht belangrijk is en wat details zijn. Zijn vertrek, hoe begrijpelijk ook, is een verlies voor de Staten. Als je aankondigt dat je vertrekt, begint je afscheidsreceptie meteen. Dus na mijn waarderende woorden, bekenden veel statenleden dat ze van zijn inbreng hadden genoten. En dat ze stiekem veel van Jan Hein hadden geleerd.

Bij de stemmingen is ook één hamerstuk. Dat gaat over mijn herbenoeming. Bij de ingekomen stukken zit een brief van de minister van BZK. Zij deelt de Staten daarin mee dat volgend jaar in april een eind komt aan mijn benoemingstermijn als commissaris van de Koning. Die worden namelijk benoemd voor zes jaar.

Ik heb Minister Ollongren een paar weken geleden verteld dat ik graag verder wil. Dat vergt een nieuw Koninklijk Besluit. Maar of dat er van komt, daarover beslissen de Staten, net als bij mijn eerste benoeming. Dat gebeurt niet vanavond. Maar in de loop van het jaar. Vandaag beslissen de Staten over de samenstelling van de vertrouwenscommissie (de fractievoorzitters). In de tweede helft van het jaar beslissen de Staten over hun voordracht aan de minister.

De stemmingen beginnen zometeen. En de statenleden zitten klaar voor hun schermen. Nu ze allemaal zijn ingelogd voor de stemmingen, weet ik dat ik de aandacht van iedereen heb. Daarom geef ik ze kort iets mee, voordat we na de stemmingen het zomerreces in duiken.

Lange dagen, verse krachten

Ik begin met een compliment hoe we het hybride werken onder de knie hebben gekregen. We hebben ons parlement opnieuw uitgevonden. En met verve. Democratie gaat door, pandemie of niet. En digitaal, hoe vervelend ook, is niet alleen vervelend. Digitaal is 'footloose'. Je kunt meevergaderen vanaf elke plaats waar wifi is. Johan ten Hove van 50+ heeft dat het beste begrepen. Ik zie hem in mijn scherm de hele dag de statenvergadering volgen vanuit een campingstoel onder een palmboom. Hij is er als hij er moet zijn. Interrumpeert net zo makkelijk vanuit warme oorden als vanuit zijn huis in Groningen. Maar voor alle anderen geldt: als je maar over één of twee onderwerpen hoeft te spreken, kun je makkelijker andere dingen doen op woensdag. En inloggen als het jouw tijd is.

Dat betekent in een normaal debat met verschillende onderwerpen, dat je soms om een uur of vier 's middags als 'verse kracht' begint aan je onderwerp. En daar dus alle tijd en energie voor hebt. Maar als je dat doet heb je lang niet alles meegekregen van je collega-statenleden die al wat langer vergaderen. Of, laat ik bij mijzelf blijven, van de voorzitter die al vanaf de start om half tien geconcentreerd is.

dat het volksvertegenwoordigers terugwerpt op zichzelf, terwijl ze alleen samen de volksvertegenwoordiging zijn

Prettig, die 'verse krachten' door de hele dag heen. Maar er gaat ook iets verloren als de meeste statenleden niet aanwezig zijn bij een debat. Een debat heeft ook behoefte aan mensen die geen woordvoerder zijn, maar wel betrokken zijn en luisteren. Hybride vergaderen doet iets af aan de betrokkenheid. Het gevoel dat we samen de democratie dragen. Dat we elkaar ontmoeten. Ik merk dat ik niet de enige ben die dat zo ervaart.

We hebben het aangedurfd om voor augustus een tweedaagse te beleggen voor statenleden. Om bij te praten en te leren. Sommige statenleden refereerden nog luchtig aan een 'uitje'. Maar ik heb het programma gezien. Het wordt werken. En het is nuttig om onze werkwijze eens rustig met elkaar te bespreken. De belangstelling is massaal.

Statenlid zijn is prachtig. Maar het wordt rijker, minder eenzaam, als je elkaar vaker in levenden lijve ontmoet. Als je elkaar spreekt op de gang. Het sluipende effect van democratie in coronatijd is dat het volksvertegenwoordigers terugwerpt op zichzelf, terwijl ze alleen samen de volksvertegenwoordiging zijn. Ik hoop dus vurig dat onze tweedaagse doorgaat. Dat het virus zich koest houdt en dat dan ook nog kan.

Ambities

Het was druk, dit voorjaar. Dat is elk jaar zo. Maar de drukte ontstaat ook door de ambities in deze Staten. Ambities, die zichtbaar werden bij bijvoorbeeld het groepje dat zich boog over de Ringweg-Zuid. Ik bewaar daar goede herinneringen aan. Inmiddels zijn er wel een stuk of acht werkgroepen, als ik de griffie mag geloven. Dat wijst erop dat we veel willen met elkaar. En dat de Staten werk willen maken van hun rol.

In dat proces van zoeken hoort ook dat we de spreektijd loslaten. Dat is spannend. Niet iedereen is op voorhand overtuigd dat het een succes wordt. En ik geef toe: het hangt enorm af van de vraag of we ons samen verantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het debat. Of spreektijd loslaten kan helpen om de interrupties scherper te krijgen, nu ze niet meer nodig zijn om het gebrek aan spreektijd op te vangen. ("Ik vind het volgende.... Vindt u dat ook?" Op die vraag zet ik een boete.) We gaan het doen. We hebben het elkaar beloofd. Dat is mooi. Het laat zien dat we open staan voor veranderingen. Dat we af en toe iets durven te proberen. 'Onderzoek alles, behoud het goede'.

het kost ons moeite om statenleden vast te houden, die capaciteiten en betrokkenheid hebben, maar weinig tijd.

We proberen ook dingen uit, omdat we het druk hebben. Dat agenda's van vergaderingen vol zijn. Of, laat ik het anders zeggen, dat vergaderingen een lange zit zijn. Voor statenleden met een drukke loopbaan en in het spitsuur van het leven, is het uitzitten van de woensdag echt een hele opgave. Het vertrek van Jan Hein is een illustratie: het kost ons moeite om statenleden vast te houden, die capaciteiten en betrokkenheid hebben, maar weinig tijd.

Ik heb er geen studie van gemaakt, maar ik geloof niet onze agenda's steeds voller worden. Maar we ervaren dat wel zo. De prijs van digitalisering, denk ik. We kijken naar bewegende pasfoto's. Daar worden de dagen lang van. En dat we sinds kerst van 13 naar 16 fracties zijn gegaan, helpt natuurlijk ook niet.

Een steen verleggen

Maar we maken het elkaar soms ook niet makkelijk. Ik ben er bij de meeste commissievergaderingen niet bij. Maar ik merk dat de commissievergadering in de Staten regelmatig wordt overgedaan. En echt: toezeggingen van het college in de commissie tellen ook. Soms herhalen niet alleen onszelf, maar ook anderen. En echt: aansluiten bij een andere partij mag. De verschillen worden daarna des te opvallender.

De fractievoorzitter van de ChristenUnie kreeg vandaag de vraag of hij echt maar één motie indiende. Dat was gelukkig niet zo. Maar ik herinner me nog de tijd waarin je alleen een motie indiende (in tweede termijn) als een wethouder of gedeputeerde niet de toezegging gaf die je wilde. Dat je dan dreigend keek en zei dat je een motie overwoog...

Maar uiteindelijk, en dat is mijn punt, gaat het in de politiek om invloed.

Natuurlijk, politiek is ook een spel. En dit soort dingen hoort bij het spel. En soms is het ook onvermijdelijk. Maar uiteindelijk, en dat is mijn punt, gaat het in de politiek om invloed. Dat je na een vergadering kunt zeggen: er is iets veranderd, we hebben een goed debat gehad. En ik heb vandaag namens mijn partij een steen in de rivier verlegd.

Statenleden werken hard. Harder dan de meeste mensen zien. En ik gun hen dat ze na de stemmingen vanavond de komende weken alle tijd hebben om ook echt stenen te verleggen in een echt riviertje. Met binnen loopafstand een schaduwrijke omgeving, waar ze een stapeltje goede boeken hebben naast hun ligstoel. Of een hangmat, met een muziekje op hun koptelefoon en een glas wijn in hun hand. Geniet dus. En niet met mate! Ik hoop dat we elkaar na de vakantie weer gezond terug zien.