Met gestrekt been!

'We moeten er met gestrekt been in'. Deze uitspraak ging over de ongelijkheid tussen randstad en regio. Ik deed hem in de podcast 'Voorwaarts voorwaarts' die afgelopen vrijdag werd opgenomen. Ik kreeg er één boze brief over (van een Amsterdamse advocaat, in afschrift aan Provinciale Staten). Eén teleurgestelde mail (van een journalist die ik in navolging van anderen verkeerd had geciteerd). Maar de boodschap zelf kreeg opvallend veel weerklank. In gesprekken, in mailtjes, in het Statendebat van vandaag. Ik ben niet verrast dat veel noorderlingen het beeld herkennen.

'Je kunt doorgaan met investeren in de Randstad, die al verstopt is en nog meer verstopt raakt. Of je kunt stoppen met het kluitjesvoetbal. We gaan heel Nederland benutten. Dat is ook goed nieuws voor Twente. Dat is ook goed nieuws voor Limburg. Nederland is echt groter dan die paar kilometer rondom Den Haag. (...) Dat hier en daar denken, daar moeten we echt met gestrekt been tegen in gaan. En ik ben heel gemotiveerd om van Nederland weer één land te maken.'
Het is niet toevallig het kernthema van mijn verslag over het afgelopen jaar, dat ik deze week online zetten. 'Heel Nederland' heet het. En het is de onderbouwing van de noodzaak van een stevige aanpak. Al dan niet met gestrekt been...

Heel Nederland

Veel ouders zullen het herkennen: voetballende F’jes op de vroege zaterdagmorgen. En ook al spelen ze op halve veldjes, dan nog rennen ze op een kluitje achter de bal aan. Allemaal samen op een klein stukje gras. De trainer en de ouders schreeuwen hun kelen schor: zoek de ruimte! Gebruik de flanken!

het misverstand dat daar ‘nou eenmaal’ het geld wordt verdiend

Al decennia gedraagt ons landsbestuur zich als een groep F’jes. Er zijn te veel voorbeelden van investeringen die zich ophopen in de Randstad. Altijd in de hoop dat daarmee de problemen worden opgelost. Of vanuit het misverstand dat daar ‘nou eenmaal’ het geld wordt verdiend. Maar het resultaat is verdere verstopping. Files, drukte en stress op en rond de snelweg. Torenhoge prijzen. Wat zou het land opknappen als we het hele speelveld zouden benutten. Als we groter zouden denken over een klein land.

Een nationale agenda

Tussen Sinterklaas en Kerst presenteerden vier politieke partijen een coalitieakkoord. 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst', was de titel. De formerende partijen hebben de tijd genomen om over dat motto na te denken. Dus ik hoop dat ze het waar zullen maken.

Ook Groningen wil graag met het nieuwe kabinet aan de slag. Veel van de inhoud van het akkoord sluit aan bij onze ambities. De bedragen die de coalitiepartijen willen besteden aan het oplossen van grote maatschappelijke problemen zijn indrukwekkend. De woorden over gaswinning, woningbouw en ook de Lelylijn zijn hoopgevend. Maar zoals het gaat met regeerakkoorden: op de concretisering komt het aan. Het nieuwe kabinet zal de verbindende teksten moeten omzetten in beleid.

Dat zou een verademing zijn.

Veel moet nog worden uitgewerkt. En daarmee is er ook een kans. De kans dat een nieuw kabinet in de uitwerking zal kiezen voor een werkelijk nationale agenda. Dat zou een verademing zijn. Een aanpak waarin nationale problemen, ook als ze zich bevinden buiten de Randstad, een nationale oplossing krijgen. En een aanpak waarin we kansen zien voor heel Nederland. In het verhaal dat hierna volgt, maak ik duidelijk dat dat niet vanzelf spreekt. En dat het anders kan dan tot nu toe.

1 Heel Nederland?

In september overleed Nico Visscher, de bekendste cartoonist van Groningen. Hij stal het hart van vele Groningers toen Wubbo Ockels in 1985 naar de ruimte ging. Visscher tekende een spaceshuttle met een tekstballon: ‘Zozo meneer Ockels, u komt dus helemaal uit Groningen?’ Alle Groningers herkennen dat. De rituele vraag als je op bezoek bent in Den Haag of Amsterdam. We maken elkaar wijs dat er in ons kleine land grote afstanden bestaan. En daardoor ontstaan ze ook. Vooral mentaal.

Of lijden ze aan een speciale vorm van bijziendheid

Waarover hebben beleidsmakers het als ze het hebben over Nederland? Over heel Nederland? Of lijden ze aan een speciale vorm van bijziendheid, waardoor het onbedoeld, in de voorbeelden en in de uitwerking, gaat over de Randstad? En wat betekent dat voor de verdeling van voorzieningen die bedoeld zijn voor het hele land? Waar komen ze terecht?

Een Haagse blik

De excentrische ligging van onze residentie lokt een concentratie op de Randstad uit. RTL Nieuws maakte een tijdje geleden een kaartje van de woonplaatsen van Tweede Kamerleden. Er was gedoe over te hoge verblijfskostenvergoedingen. Sjoemelden Kamerleden niet met hun woonplaats? Maar het kaartje liet vooral zien hoeveel Tweede Kamerleden géén aanspraak kunnen maken op een hoge verblijfskostenvergoeding. Dat is nog steeds zo. 'De nieuwe Tweede Kamer: 500.000 Drenten worden vertegenwoordigd door één Kamerlid', kopte het Algemeen Dagblad na de verkiezingen. Ook dat ging vergezeld van een kaartje. Het beschrijft wat iedereen aan de ledenlijst kan zien. Twee derde van de leden van de Tweede Kamer woont in de Randstad. De meesten van hen in een van de vier grote steden.

de wereld om zich heen zien als de norm voor heel Nederland

Voor ministers, staatssecretarissen, rijksambtenaren en andere personen met Haagse invloed, geldt een minstens zo sterke concentratie. De effecten laten zich raden. Wie in Den Haag de hele dag mensen treft die uit de buurt komen, kan het niet helpen dat dat zijn denken beïnvloedt. De Groningse bestuurskundige Caspar van den Berg zei het zo: 'Er is een risico dat ambtenaren op ministeries de wereld om zich heen zien als de norm voor heel Nederland, terwijl dat niet zo is.’

Problemen. Voorzieningen.

Dat geldt voor het denken over problemen. In 2014 maakte een medewerker van een Gronings onderzoeksbureau een kaartje, waarin ‘onze’ aardbevingen werden geprojecteerd op de kaart van Amsterdam. Hij koppelde er de vraag aan die veel mensen in Groningen al jaren bezighoudt: Zouden aardbevingen op dezelfde manier worden behandeld als ze plaatsvonden in de Randstad? Het is een retorische vraag. ‘Ongekend onrecht’, heette het rapport over de Toeslagenaffaire. Het vormde de aanleiding voor het aftreden van een heel kabinet. Inwoners van het aardbevingsgebied ervaren een behandeling die daar sterk aan doet denken. Zij ervaren ongekend onrecht. Heeft en had dat in Den Haag hetzelfde gewicht?

Het geldt voor ons denken over publieke voorzieningen. Algemeen bekend is de aparte verdeling van met belastinggeld betaalde voorzieningen over het land. Toen het Fonds voor de Podiumkunsten 21 miljoen subsidie verdeelde, landde 95% daarvan in de Randstad. Niet toevallig de regio waar de leden van de adviescommissie wonen. 

De eerste tranche van het Groeifonds landde voor 60% in de Randstad. Voor 39% in landelijke projecten. En voor 1% in de regio. Die ene procent komt Noord-Nederland nog bekend voor: dat was het aandeel van het Fonds Economische Structuurversterking, gevuld uit de aardgasopbrengsten, dat werd geïnvesteerd in Groningen, Friesland en Drenthe. De systematiek voor de investeringen in de verkeersinfrastructuur leunt zwaar op het oplossen van knelpunten. En die komen het meeste voor in het deel van het land dat overvol is. Ondertussen is de spoorkaart van Noord-Nederland sinds 1870 praktisch ongewijzigd.

2 Heel Nederland

Tot nu toe heb ik het gehad over het ontbreken van verdelende rechtvaardigheid. In het hierna volgende zal blijken dat ik me daarin gedraag als een herkenbare regionale bestuurder: iemand die ver weg woont en altijd vraagt om geld. Maar waar het gaat om de toekomstplannen van Nederland, speelt nog een ander aspect.

De ‘BV Nederland’, om die afgrijselijke term maar eens te gebruiken

De concentratie op de Randstad lokt minder rendabele investeringen uit dan wanneer we zouden kijken naar heel Nederland. Met kluitjesvoetbal doen we heel Nederland tekort. De ‘BV Nederland’, om die afgrijselijke term maar eens te gebruiken, zou rendabeler zijn als we het hele land zouden benutten.

Rendabele regio’s

In maart 2017, vlak voor de vorige Tweede Kamerverkiezingen, schreven de toenmalige Groningse burgemeester Peter den Oudsten en ik een open brief in landelijke kranten. Daarin reageerden we op het plan van de burgemeesters van de vier grote steden om voor 35 miljard de huizen te isoleren en de wegen te verbeteren. Wij beloofden de lijsttrekkers: ‘Wij doen het voor de helft!’.

Wat mij stak, was de vanzelfsprekendheid waarmee de burgemeesters van de G4 het geld voor de ‘banenmotor’ bestelden. “We verdienen als Randstad een groot deel van het BBP”, zei burgemeester Aboutaleb.

Dat relativeert de ‘banenmotor’ aanzienlijk

Sindsdien doe ik af en toe met Randstedelijke gesprekspartners de pubquiz. Welk deel van de Nederlanders woont in de Randstad? En welk deel van het BBP wordt daar verdiend? Volgens het CBS is het antwoord op beide vragen ‘ongeveer de helft’. De andere helft van de inwoners woont buiten de Randstad en verdient daar de andere helft van het BBP. Dat relativeert de ‘banenmotor’ aanzienlijk. De werkelijkheid is dus dat we het BBP in heel Nederland verdienen. En veel minder geconcentreerd dan veel beleidsmakers denken.

Dat plaatst de met belastinggeld betaalde investeringen in een merkwaardig daglicht. Die concentreren zich nu in de Randstad, terwijl daar per hoofd van de bevolking ongeveer evenveel BBP wordt verdiend als in de rest van het land. Dat schept het vermoeden dat een andere bestedingsrichting van de publieke middelen een hoger rendement had opgeleverd. Dat niet de Randstad de motor van Nederland is, maar dat andere regio’s de Randstad subsidiëren. Vanuit het belang van heel Nederland is het de moeite waard de gevolgen daarvan te doordenken.

Hoezo, geld vragen?

De Raad voor het Openbaar Bestuur schetste de verhoudingen tussen vertegenwoordigers van rijk en regio. Die laatsten ervaren dat ze vaak worden gezien als “een groep mensen die ver weg woont en om geld komt vragen.” Ik ben natuurlijk blij met de passage over de Lelylijn in het regeerakkoord. Maar het eerste motief dat daarbij wordt genoemd is een bijdrage aan de versterking van de economie van het noorden. De redenering begint met een bijdrage aan de regionale economie.

een nationale investering in de toekomst van het hele land

Maar het is meer dan waarschijnlijk, ook met de woningbouwopgave die daaraan gekoppeld is, dat de Lelylijn rendabel is voor het hele land. Als we een hoogwaardige verbinding maken tussen de overvolle Randstad en een gebied met veel meer ruimte, krijgt Nederland aan twee kanten van de Lelylijn een impuls. De Lelylijn mag niet worden gezien als een duur (en onrendabel?) cadeau van Nederland aan het noorden. Het is in relatie tot het Deltaplan een nationale investering in de toekomst van het hele land.

3 Héél Nederland

Het nieuwe regeerakkoord laat zien wat iedereen al weet. Het nieuwe kabinet kampt met kolossale problemen. De woningcrisis. De stikstofcrisis. De klimaatcrisis. Onderhuids speelt een vertrouwenscrisis. En een groeiende kloof tussen verschillende groepen Nederlanders. Via fondsvorming worden ongekende bedragen gereserveerd voor de aanpak van de problemen. Het is cruciaal dat een nieuw kabinet er in slaagt om Nederland te helen. En dat kan – opnieuw – alleen door bewust te kijken naar het hele land.

Wie Nederland wil helen, moet aan de slag in alle regio’s. Want oplossingen voor nationale problemen zijn te vinden in het hele land. Net als die problemen zelf. Juist Noord-Nederland biedt grote mogelijkheden om de grote crises van deze tijd het hoofd te bieden. De klimaatcrisis bijvoorbeeld. We zien formidabele kansen in wind op zee en waterstof. De chemische industrie in Groningen en Drenthe staat te trappelen om te vergroenen. En deze vergroening is keihard nodig om de nationale ambities te halen. Noord-Nederland is dus de plek waar nationale ambities bereikbaar worden. Dankzij de fantastische infrastructuur van het aardgas. Die gebruiken we gewoon opnieuw, maar nu voor waterstof. Premier Rutte riep in Glasgow op tot ‘actie, actie, actie’ voor het klimaat. Goed om te weten: de weg naar Glasgow loopt door het noorden. Via de Eemshaven. En wij zijn klaar voor de actie. En we hopen op daadkracht in Den Haag om snel te besluiten over de daarvoor benodigde hoeveelheid wind op zee. Want tot nu toe stelt het tempo teleur. Actie, actie, actie dus.

hoeveel perspectief Nederland op termijn heeft buiten de Randstad

Of de wooncrisis. Als de komende tien jaar een miljoen extra huizen nodig zijn, is het goed te weten dat dat echt niet allemaal in de overvolle Randstad hoeft. Ook hier steken de noordelijke provincies de helpende hand toe. Hier is ruimte voor 200.000 woningen in de komende tien jaar. We deden dat aanbod in onze bouwstenen voor het Deltaplan. Natuurlijk moeten die huizen goed worden ontsloten. Niet alleen met de Lelylijn. Ook de versnelling van het bestaande spoor en de Nedersaksenlijn zijn daarvoor van betekenis. Maar wie denkt in kansen, ziet hoeveel perspectief Nederland op termijn heeft buiten de Randstad. Wij rekenen ook hier op grote, ambitieuze stappen van een nieuw kabinet. En op een betere benutting van het hele land.

Wat voor de klimaatcrisis en de wooncrisis geldt, geldt ook voor de stikstofcrisis en de vertrouwenscrisis. Het loont om de problemen aan te pakken waar ze zich voordoen. En de kansen in elke regio waar ze voor het grijpen liggen.

Stop het kluitjesvoetbal

Toen SCP-directeur Kim Putters aan het begin van de kabinetsformatie de formerende partijen mocht vertellen wat er volgens hem nodig was, had hij een prachtig advies bij zich. Hij waarschuwde daarin voor de groeiende verschillen en tegenstellingen tussen Nederlanders. Essentieel is dat alle Nederlanders er bij horen. Mee kunnen doen. Daarbij gaat het in veel gevallen over het overbruggen van de kloof die tussen Nederlanders aan het groeien is. Die kloof heeft ook een geografische dimensie.

De sociale kaart van Nederland kleurt heel vaak bij verschillende problemen op dezelfde plaatsen rood. Ook voor het oplossen van sociale problemen, loont het de moeite om heel Nederland in samenhang te zien. En oog te hebben voor de enorme verschillen in een klein land. In de woorden van Caspar van den Berg: ,,Op de ministeries ontbreekt het aan beleidskennis over regionale thema’s. Bij het aanpakken van problemen worden vaak Nederlandse cijfers en gemiddelden aangehaald, regionale uitsplitsing ontbreekt vaak. Maar Nederland is niet gemiddeld.’’

We schreeuwen onze kelen schor: Zoek de ruimte. Gebruik de flanken!

Zo is het precies. Als F’jes groter worden, leren ze het hele veld te benutten. Dat is niet voor niets. Er valt veel te winnen als we minder op een kluitje voetballen. Als een nieuw kabinet het hele veld benut. Nederland doet zichzelf tekort als het zichzelf niet voor 100% gebruikt. De Randstad én de andere regio’s. Ook hier liggen de oplossingen voor nationale problemen. Oplossingen die de Randstad ontlasten. Daarom mag een voluit nationale ambitie bij een nieuw kabinet niet ontbreken. Nederland is al klein. Laten we groot genoeg denken. We schreeuwen onze kelen schor: Zoek de ruimte. Gebruik de flanken!

Ik hoop op een kabinet dat in alles laat zien dat het de kracht van héél Nederland wil benutten. Laten we groter denken over een klein land. Laten we stoppen met het kluitjesvoetbal en het hele veld gaan gebruiken. Dan zullen we zien dat er nieuwe Arjen Robbens gaan schitteren op de flanken.

Bronnen

  1. Artikel RTL Nieuws (24 april 2019)
  2. Leden Eerste en Tweede Kamer
  3. Interview Caspar van den Berg in Leeuwarder Courant (11 mei 2021)
  4. Kaart van aardbevingen geprojecteerd op Amsterdam
  5. Artikel in De Stentor over kunstsubsidie (13 september 2020)
  6. Over het Samenwerkingsverband Noord-Nederland
  7. Artikel in Het Parool over 35 miljoen voor grote steden (1 maart 2017)
  8. Regionale kerncijfers Nederland (CBS) In 2020 verdiende in de Randstad (hier gedefinieerd als Noord- en Zuid-Holland en Utrecht) 46% van de inwoners 52% van het BNP.
  9.  Advies Raad Openbaar Bestuur 'Rol nemen, ruimte geven'
  10. Rapport Sociaal en Cultureel Planbureau 'Koersen op de samenleving' 
  11. Kansenkaart
  12. Interview Caspar van den Berg in Leeuwarder Courant (11 mei 2021)