Foto: Serena Caruso / RTV Zulthe

Ard gaat door

Een burgemeester is niet zomaar iemand. Zoals een gemeente niet zomaar een verzameling dorpen, wijken en straten is. Als het goed gaat, kunnen een burgemeester en zijn gemeente diep met elkaar verbonden raken. En elkaar tot bloei brengen.

Succes staat niet bij voorbaat vast. Maar soms liggen dingen voor de hand. In 2019 vond in Groningen een grote golf herindelingen plaats. Eén van de nieuwe gemeenten die ontstond was de gemeente Westerkwartier. Jong, maar tegelijk oud. Want dit gebied heet al eeuwen zo. Het Westerkwartier stond al op de landkaart toen Nederland nog een republiek was en Groningen een vestingstad met wallen. Toen Abel Tasman uit Lutjegast de wereld groter maakte. Het lag voor de hand om die oude naam te gebruiken om een nieuwe gemeente te typeren. Het maakte duidelijk: we horen bij elkaar. 

De gemeenteraad zocht een burgemeester die dat 'DNA' kon dragen. De profielschets vertaalde dit DNA in drie woorden: Dichtbij, Nuchter en Ambitieus. En in Ard van der Tuuk vonden ze die burgemeester. Ook dat was geen sprong in het duister. Ard had als waarnemer in Grootegast al laten zien wat voor burgemeester hij was. En dat hij zich thuis voelde in dit gebied. En ik herinner me nog hoe vanzelfsprekend die match destijds leek. Ik was er blij mee. Dat ben ik nog steeds.

Naoberschap als kracht

Dat wil niet zeggen dat het een eenvoudige fusie was. Vier gemeenten, plus een stukje Middag uit de voormalige gemeente Winsum, samen 41 dorpen en ruim 64.000 inwoners. De tweede gemeente van Groningen qua inwonertal, en is ook in bunders een flinke lap grond. Hoe geef je dat samenhang? Hoe wordt een optelsom een eenheid? Veel hangt af van het optreden van de burgemeester. Hij is intern de verbinder, maar in de regio een belangrijk boegbeeld. Als een fusie lukt, is dat per definitie het gevolg van teamwork. Maar het helpt wel als er een burgemeester staat die visie heeft en die weet te realiseren. 

Een cijfer dat ik nog steeds met bewondering uitspreek.

Ard heeft vaak gezegd dat hij het naoberschap in de dorpen wil koesteren. Niet alleen als warm woord, een tikje versleten zelfs misschien, maar als levend uitgangspunt voor het handelen van het gemeentebestuur. Dat zag ik met eigen ogen tijdens het gemeentebezoek vorig jaar in Zevenhuizen. Daar bezochten we het multifunctioneel centrum. Multifunctioneel, dus ik ging ervan uit dat dat het clubgebouw zou zijn van meer dan één vereniging. Het bleken er 65. En die verenigingen zorgen samen voor 1041 vrijwilligersfuncties. Een cijfer dat ik nog steeds met bewondering uitspreek. Het laat kracht zien. Het toont dat plattelandsgemeenten allesbehalve klein zijn. Niet in ambitie, niet in inzet. Het Westerkwartier is groot in vrijwilligers. Dat is een formidabele kracht.

Nieuwe kansen, nieuwe zorgen

Natuurlijk zijn er ook uitdagingen. De grotere kernen groeien. Maar hoe gaat het met de kleinere dorpen? De gemeenteraad, het college en de ambtenaren moeten kunnen werken. Maar waar? Daar kun je maar zo jaren mee bezig zijn! De Lelylijn wordt besproken, beloofd, betwist en weer belobbyd. En ondertussen hangt er veel vanaf. Voor velen is het de verbinding tussen Groningen en de Randstad. Voor Westerkwartier is het een kans om letterlijk in het midden te komen liggen. 'Ideaal centraal' zouden ze in Marum zeggen. Je kunt niet volstaan met rustig toekijken. Het vergt constante inzet. 

Een ander vraagstuk is vandaag pijnlijk zichtbaar. Elke gemeente in ons land worstelt ermee: het huisvesten van statushouders. Mensen die eindelijk zekerheid hebben, na jaren van wachten. Voor hen moet een nieuw leven beginnen. En dat kan alleen als er plek is in een gemeenschap die hen wil ontvangen. Dat vraagt vaak bestuurlijke moed. En het vraagt van gemeentebestuurders, de burgemeester voorop, om mensen en menselijkheid centraal te stellen. 

Rustig en stabiel zijn als de emoties hoog oplopen.

Menselijkheid, nabijheid is sowieso belangrijk in het burgemeesterschap. Ard van der Tuuk liet in de afgelopen zes jaar zien hoe dat moet. De feestvreugde vergroten bij huwelijksjubilea en koninklijke onderscheidingen. En een schouder bieden om uit te huilen voor inwoners die iets heel verdrietigs meemaken. Betrokken zijn bij de slachtoffers en de nabestaanden van ongelukken die diepe sporen trokken in de dorpen. Rustig en stabiel zijn als de emoties hoog oplopen. Die persoonlijke nabijheid maakt het ambt en de ambtsdrager geloofwaardig.

Vertrouwen vieren

En dan nu dit moment. Een herbenoeming bepaalt je bij wat je elke dag weet: de rol van burgemeester moet je gegund worden. Door je bevolking. Door de gemeenteraad. Dat we vandaag hier getuige zijn van het moment waarop de burgemeester opnieuw de ambtseed aflegt, is een teken van groot wederzijds vertrouwen. 

De gemeentewet schrijft niet voor dat de beëdiging in de raad plaatsvindt. Het kan ook gewoon in mijn werkkamer. Maar vandaag doen we het hier, in deze zaal, voor de raad en voor de gemeenschap. Want herbenoeming is niet alleen een verlenging van een contract. Het is een nieuwe periode van dienstbaarheid aan de samenleving. En dat feestelijke feit mag voor iedereen zichtbaar zijn. We vieren vandaag vertrouwen. 

Ard gaat de komende jaren verder met wat zes jaar geleden begon. Hij doet dat met de raad, met zijn college, en vooral met de inwoners van Westerkwartier. Ik wens hem daar geluk mee. Dan nodig ik hem uit om naar voren te komen, zodat ik hem de verklaring en belofte kan voorlezen. Ard zegt vastbesloten: "Dat verklaar en beloof ik".