Het woord 'Auschwitz' werd symbolisch voor de hele Holocaust. Als wij zeggen 'Nooit meer Auschwitz', heeft het die betekenis. De behoefte om elkaar te vertellen dat we waakzaam zijn. Strijdbaar. En diep bezorgd, omdat we zien hoe vreemdelingenhaat en antisemitisme steeds opnieuw tot ongekende wreedheid leiden. Vandaag, tachtig jaar later, brengt ons dat bijeen in onze synagoge in de Folkingestraat. Het is vol. Fijn dat er zoveel mensen zijn.
- The Liberation of Auschwitz, op nationalww2museum.org
Onvoorstelbaar
Nog altijd krijg ik kippenvel als ik het kille getal zie van de omvang van deze moordpartij: 1,1 miljoen mensen werden alleen al in Auschwitz vermoord. Roma, Sinti, homoseksuelen en politieke gevangenen. Maar het overgrote deel, ongeveer één miljoen, omdat ze jood waren. Een onvoorstelbaar groot getal. Auschwitz werd in gebruik genomen in mei 1940. Het heeft dus nog geen vijf jaar bestaan. In het echt ging het anders, maar als je gaat rekenen, kom je op bijna 20.000 mensen per maand. 640 per dag.
'Een bodemloze wanhoop', noemde Primo Levi zijn ervaringen
Maar zoals ik al zei: in het echt ging het anders. In het echt was het extremer. Want in de eerste jaren was Auschwitz een concentratiekamp waar mensen stierven door mishandeling, honger en barre omstandigheden.
In maart 1942 opende Birkenau, speciaal gebouwd voor de industriële vernietiging van mensen. En ook deze moordmachine draaide niet meteen op volle toeren. Pas in de laatste zomer, die van 1944, werd de capaciteit van de gaskamers en de crematoria van Birkenau helemaal benut.
- Primo Levi, Is dit een mens, op humanistischecanon.nl
Bodemloos
'Een bodemloze wanhoop', noemde Primo Levi zijn ervaringen in zijn boek 'Is dit een mens'. Hij beschreef wat hem overkwam vanaf het moment dat hij werd opgepakt en per trein in Auschwitz-Monowitz terechtkwam, het derde kamp van Auschwitz. Het werkkamp.
In zijn voorwoord beschrijft Levi de wrange paradox dat hij het 'geluk' had, dat hij pas in 1944 in Auschwitz terecht kwam. Geluk, tussen aanhalingstekens. Want omdat fabrieken bij Monowitz, zoals IG Farben, te weinig arbeiders hadden, besloten de Duitsers de gemiddelde levensduur van de kampbewoners te verlengen.
Net zoals ik me geen voorstelling kan maken van het leed in de kampen - anders dan wat ik er over gelezen, gezien en gehoord heb - kan ik me nauwelijks indenken hoe de bevrijding van Auschwitz is geweest.
Ik las dat de Russische soldaten werden verwelkomd als bevrijders. Uitgemergelde gevangenen kwamen in gestreepte kleding naar buiten, uit hun barakken. Maar hoe was dat?
Voor de mensen die brood verstopten onder hun bed omdat ze niemand meer konden vertrouwen
Hoe was dat voor de overlevenden, die al zoveel ontberingen hadden doorstaan en vaak alsnog stierven? Voor de koude, uitgehongerde bewoners van wie het lichaam het eten niet meer kon verwerken, waardoor ze overleden? Voor de mensen die na de bevrijding stierven aan besmettelijke ziekten? Voor de mensen die brood verstopten onder hun bed en omdat ze niemand meer konden vertrouwen? Voor de Russische soldaten, die ontredderd waren door wat ze zagen?
- Auschwitz (concentratiekamp), op wikipedia.org
Harteloos
De paar duizend mensen die Auschwitz overleefden, wilden naar huis. Maar velen slaagden daar niet in. Wie wel thuiskwam, ontdekte vaak dat hij geen huis meer had. Eigendommen gestolen. Familieleden, vrienden, collega's, klasgenoten vermoord. Nieuwe huiseigenaren en huurders die net de oorlog achter de rug hadden en echt niet zaten te wachten op de vroegere bewoners.
Daar bovenop kwam de onverschilligheid. 'De ontvangst was koel', zei mevrouw De Liever uit Groningen. Ze was eind april 1945 naar Zweden gebracht om aan te sterken. 'Weer een paar vrouwen die verzorgd moesten worden,' kijkt De Liever terug over haar ontvangst in Nederland.
'En wat zagen we er goed uit na drie maanden Zweden. Wie kon geloven wat we allemaal hadden meegemaakt? Niemand begreep dat we nu alléén terugkwamen, zonder te weten wat we nu moesten gaan doen. (...) Er was niemand die een paar woorden van welkom zei.'
En niemand die wilde weten wat je had meegemaakt. En hoe het was om een van de weinige overlevenden te zijn. Nog altijd duurde de bodemloze wanhoop voort. Het gevoel dat je vreemdeling bent.
"dan staat aan het eind van de keten het Lager."
Ik haal er opnieuw Primo Levi bij. 'Veel mensen, en volken', schrijft hij, 'zijn min of meer bewust de mening toegedaan dat 'elke vreemdeling een vijand is'. Meestal ligt die overtuiging ergens diep weggestopt, als een sluimerend virus; ze komt alleen in losse, toevallige reacties tot uiting en leidt niet tot een samenhangend gedachtensysteem. Maar als dat wel gebeurt, als het onuitgesproken dogma het uitgangspunt van een sluitende redenering wordt, dan staat aan het eind van de keten het Lager.'
Levi eindigt na deze passage met: 'De geschiedenis van de vernietigingskampen behoort door ieder mens begrepen te worden als een sinister alarmsignaal.' Dit alarmsignaal kunnen wij niet serieus genoeg nemen. Laten we er goed naar luisteren. Niet alleen vandaag, maar ook hierna. En er naar handelen.