Beklemmende bladzijden

Bijna twee jaar geleden was ik hier ook. Het was zomer en snikheet. Het ging toen over bijna hetzelfde onderwerp. Ik mocht de tentoonstelling ‘Slavernij. En de Groningers?’ openen. Een tentoonstelling over sporen van de slavernij in Groningen. De tentoonstelling was gebaseerd op het boekje waarvan ik vandaag het eerste exemplaar van de ingrijpend bewerkte de vierde editie in ontvangst mocht nemen.

Bitterzoet

De tentoonstelling was een belangrijke trekker van de manifestatie ‘Bitterzoet Erfgoed’. Wat we toen in het Museum aan de A konden zien, was een soort smaakmaker voor andere Groningse musea.

Ik weet niet hoeveel bezoekers ‘Bitterzoet Erfgoed’ heeft getrokken. Maar voor mij staat vast: hier waren de bezoekersaantallen niet het belangrijkste. Soms zijn exposities om andere redenen belangrijk. Omdat ze iets veranderen in onze manier van kijken. Omdat ze een maatschappelijk thema blootleggen. Omdat ze bezoekers een boodschap meegeven die, bewust of onbewust, iets met hen doet. En ook andere musea aanzet om diverser te programmeren.

niet alleen het verhaal van de vroegere heerser

Dat was zo, met ‘Slavernij. En de Groningers?’ En ook met ‘Bitterzoet Erfgoed’. Want na ‘Bitterzoet Erfgoed’ zien we bijvoorbeeld dat in de Menkemaborg de teksten (bijschriften) bij kunsthistorische objecten zijn veranderd. We beperken ons niet langer tot de verhalen vanuit het perspectief van de eigenaars sinds de 16e, 17e of 18e eeuw. Maar we vertellen bewust ook het verhaal over de herkomst van de rijkdommen in hun huizen. We zoeken niet alleen het verhaal van de vroegere heerser. Maar ook dat van de vroegere overheerste.

Facetten

Ik ben blij dat er meer aandacht is voor deze invalshoek. Voor deze blik. Deze bewustwording. Het leert ons, dat geschiedenis niet alleen het verhaal mag zijn van overwinnaars. Van rijke en machtige mensen. Of alleen van mannen. Maar ook het verhaal van vrouwen en kinderen. Het verhaal van wie overwonnen werden. Van wie onrecht werd aangedaan. Van mensen die honger leden. Die uitgebuit werden. Die in de hoek zaten waar de klappen vielen. Van welke kleur of afkomst dan ook.

Onze geschiedenis is niet eendimensionaal, maar heeft net als een diamant veel verschillende kanten en facetten. En al die kanten en facetten verdienen onze aandacht.

Ik ken die resultaten nog niet en ben er benieuwd naar

De bijeenkomst van vandaag, bij presentatie van de vierde editie van Sporen van het slavernijverleden in Groningen, laat zien wat die aandacht oplevert. Het boekje is herzien. Is aangevuld met nieuwe kennis en inzichten over de WIC én de VOC.  En het laat ook sporen zien van deze ondernemingen in Oost-Groningen.
 
En daarmee is het niet gedaan. Want volgende week hoort de gemeenteraad van Groningen de resultaten van het onderzoek naar het de betrokkenheid van stadsbestuurders bij het slavernijverleden. Ik ken die resultaten nog niet en ben er benieuwd naar. De handel en wandel van vroegere bestuurders van de provincie is nog niet diepgaand onderzocht.

Geen oog

Maar op grond van wat we nu weten, hoef je geen helderziende te zijn om te bedenken dat er ook onder deze bestuurders mensen waren die profijt hebben gehad van ons besmette verleden.

Ik weet niet of zij er diep in zaten vanuit hun rol als privépersoon of als bestuurder van de provincie. Of ze actief en persoonlijk betrokken waren bij wat we nu zien als misdaden. Of dat ze de VOC en de WIC vooral zagen als een goede belegging. Maar hun daden, hun belangen - en de overtuiging dat zij juist handelden - hebben eraan bijgedragen dat Nederland bepaald niet vooropliep bij de afschaffing van de slavernij.

Bij groot onrecht, ook als het lang geleden is, passen excuses

Want Nederland had lang geen oog voor tot slaaf gemaakten. Voor hun wrede lot. Hun uitgebuite leven. Nederland stelde geen vragen bij de rijkdom die in plantages in allerlei landen over hun ruggen werd vergaard. Stond niet stil bij de voor ons onvoorstelbare gedachte dat de ene mens het recht heeft om de andere mens met geweld te ontvoeren uit zijn land en op een andere plek op de wereld aan het werk te zetten - in gevangenschap. Tot de dood erop volgt.

Nederland en ook Groningen hebben aan deze beklemmende bladzijden meegeschreven. En de vraag dringt zich op hoe daarmee om te gaan. Ik denk dat het goed is om ook vandaag te benoemen dat het fout was. Bij groot onrecht, ook als het lang geleden is, passen excuses. Ook vanuit Groningen.

Excuses

Premier Rutte sprak vorig jaar die excuses uit namens de Nederlandse regering. Hij wilde, zei hij, er geen punt achter zetten. Maar een komma. Om als samenleving achter die komma de zoektocht te beginnen hoe wij samen verder kunnen gaan.

dat gesprek ook hier in Groningen

Natuurlijk heeft niemand van ons persoonlijke ervaring als slavenhouder, investeerder in de Oost- of West-Indische Compagnie, of als tot slaaf gemaakte. Honderdvijftig jaar na de afschaffing van de slavernij - dat is vijf generaties. Maar onze collectieve geschiedenis is een feit. En wij moeten ons daartoe verhouden. Want we moeten verder.

Samen verder. Met Bitterzoet Erfgoed, en met deze herziene editie, voeren we dat gesprek ook hier in Groningen. Het is goed om onze geschiedenis samen te blijven bespreken. Laten we daar mee doorgaan.