Den Haag denkt verkeerd over de Lelylijn

Een symposium op vertrouwde grond. De zeebodem. 't Voorhuys in Emmeloord. Wat hebben ze het knap gedaan, Johan Goos, Wim van Wegen, Henk Pals en Wilco Stornebrink en vele anderen. De Zuiderzeelijn leek kansloos, sinds de plannen voor de zweeftrein aan het begin van deze eeuw eerst waren vastgesteld en vervolgens werden afgeschoten. Er was geld gekomen om Noord-Nederland en Flevoland te compenseren. En daarmee was de kous af. Een snelle treinverbinding tussen Groningen en Amsterdam? Morsdood, of tenminste honderd jaar slapen. Maar hier, in Emmeloord, gaven vastbesloten mensen een oeroud idee weer vleugels. Ze kusten Doornroosje weer wakker. Ik feliciteer de Stichting Lelylijn met haar eerste lustrum. Maar vooral met dat succes! Feliciteren is trouwens geluk wensen. En geluk zullen we nodig hebben.

1. Wat bezielde die mensen?

Hier kom ik vandaan. Hier groeide ik op, beschermd door dijken die nu bijna negentig jaar oud zijn. Er zijn nog zwart-witbeelden van het sluiten van het dijkgat. Wat bezielde die mensen die de dijk aanlegden, midden in de zee?

Het was midden jaren ’30. De Afsluitdijk was nog maar net dicht. En bij Urk werd alweer begonnen met een nieuwe dijk om een polder te maken. Het was hartstikke duur. De aanleg van de Noordoostelijke Polder werd becijferd op 126,1 miljoen gulden. Enorm veel geld als je bedenkt dat de hele rijksbegroting in 1935 minder dan een miljard was. Ruim een achtste!

sommige dingen zijn zo rendabel dat je ervoor mag lenen

Hadden ze dan geld over? Nee, Nederland zat aan de grond. Het was de tijd van de Grote Depressie. De staatsschuld was veel hoger dan nu (zes keer de rijksbegroting, nu ongeveer één keer).

Hoe haalden ze het dan in vredesnaam in hun hoofd? Zo'n polder aanleggen? Toegegeven: ze hadden het besluit een paar jaar uitgesteld, omdat het allemaal wel heel duur werd. Maar ze zetten door. Want ze wisten: dit is goed voor Nederland. We moeten ervoor lenen, maar sommige dingen zijn zo rendabel dat je ervoor mag lenen. De kost gaat voor de baat uit.

2. Wachten op de trein

Hier kom ik vandaan. Opgegroeid in Emmeloord en Marknesse. Mijn vader werkte bij de gemeente. Hij kon aanwijzen waar straks de trein zou rijden. En hij had reden om daarop te vertrouwen. Want al vanaf de inpoldering bestaan er plannen voor een spoorverbinding.

Toen Cornelis Lely in 1891 de Afsluitdijk ontwierp, tekende hij een treinverbinding tussen Amsterdam en Noord-Nederland. En later werd de treinverbinding gepland door Flevoland en de Noordoostpolder.
 
Mijn vroegere lijfblad 'De Noordoostpolder' citeerde in 1948 de landdrost, Ir. Smeding, onder de kop: ‘Spoorweg Amsterdam-Lemmer?’ Smeding drong aan op een snelle aanleg van de Flevopolder. Met een trein. "Er wordt dan voor deze polder gedacht aan een spoorverbinding van Amsterdam, over de brug naar de Noordoostpolder en dan naar Lemmer." 

Wie hier op de trein wacht, kan lang wachten.

We weten inmiddels hoe het liep. De Flevopolder kwam er. Maar de Noordoostpolder is na ruim tachtig jaar nog steeds een land zonder treinen. De Zuiderzeelijn was een verdienstelijke poging. Ik was één van de velen die hoopte op een snelle aanleg. Maar in 2007 ging er definitief een streep door. Er kwam compensatie. Maar die kon niet in de schaduw staan van een snelle treinverbinding.

Wie hier op de trein wacht, kan lang wachten. Vrij naar het trotse volkslied van Flevoland: “Waar wij steden doen verrijzen op de bodem van de zee …. valt de aanleg van een spoorlijn in de werkelijkheid niet mee!"

3. Elke regio telt

Wie uit Emmeloord of uit Groningen komt, komt uit wat ze in Den Haag 'de regio' noemen. Een ver weg gelegen gebied, waaruit bestuurders langskomen om hun hand op te houden voor vermoedelijk onrendabele projecten. Want de echt belangrijke dingen, dat weet iedereen in Den Haag, gebeuren in de Randstad.

Een jaar geleden schreven drie belangrijke planbureaus van de regering het rapport 'Elke regio telt!'. De titel klinkt als een open deur. Maar dat was het niet.

De planbureaus beschrijven rijksbeleid de oorzaak werd van oneerlijke verschillen. Ze schrijven dat Nederland toe is aan een andere 'investeringslogica'. Want door steeds weer te investeren in de overvolle Randstad schep je scheve verhoudingen en scheve gezichten. Zo trek je het land uit het lood.

Overheden zouden de verschillen moeten verkleinen, niet vergroten.

Wij wisten het al. We wisten al dat investeren in sterkere regio's niet leidt tot een positieve verandering in zwakkere regio's. We wisten dat de reflex van talloze kabinetten om vooral te investeren in de Randstad, leidt tot verschraling bij ons. Op allerlei gebieden. Minder culturele voorzieningen, minder nabije goede zorg, slechter benutte economische kansen, minder blauw op straat - de reeks is schier eindeloos.

Het is bepaald onhandig als je de investeringen, betaald met belastingen die we met z'n allen opbrengen, systematisch laat neerkomen in een klein stuk van het land. Onhandig, want Nederland is niet in staat om de nationale uitdagingen alleen ten westen van Almere op te lossen.
 
Het is ook oneerlijk. Wie opgroeit in noordoostelijk Nederland, heeft slechtere kansen op werk, op welvaart, op gezondheid, op geluk wie opgroeit in het westen van het land. Dat komt mede door jarenlange systematische achterstelling. Overheden zouden de verschillen moeten verkleinen, niet vergroten.

4. Nederland kan beter

Het mooiste stationsgebouw van Nederland, dat van Groningen, werd geopend in 1896. In de voormalige wachtkamer derde klasse (nu de Albert Heijn) hangt een oude spoorkaart. Die bestaat uit 440 gebakken glazuurtegels. Wie voor zichzelf koffie zet en even omhoog kijkt, ziet dat sinds pakweg 1880 de spoorverbinding naar het Noorden niet wezenlijk is veranderd. Wie vaak in de trein zit, weet hoe kwetsbaar het is tussen Zwolle en Meppel. 'De NS zet bussen in.' De flessenhals bij Meppel is al jarenlang een erkend knelpunt. Goed voor negen uur vertraging per week. Zo ziet systematische achterstelling eruit! 

De Lelylijn kan een enorm verschil maken. Want zo'n spoorlijn maakt het gebied aantrekkelijker. Om te wonen en te werken. Een spoorlijn dus, met woningbouwlocaties in de nabije omgeving. Met stationskernen én aangetakte verbindingen naar omliggende dorpen en steden.

Goede infrastructuur helpt bij economische ontwikkeling. Het is een abc’tje dat een betere bereikbaarheid leidt tot meer economische activiteit. Tot meer dynamiek. Het versterkt de woningmarkt, houdt voorzieningen op peil en biedt mensen kansen. Aan beide kanten van de Lelylijn. Want we ontsluiten Noordelijk Nederland ook voor de inwoners van de Randstad. Als we de lijn aanleggen, knapt Nederland aan twee kanten op!

En niet alleen Nederland. Want als je verder kijkt dan onze landgrenzen, dan ligt Noordelijk Nederland  tussen de Randstad en Duitsland en Scandinavië. Die landen hebben ook regio's waar het prachtig wonen en werken is - met minder mensen per vierkante kilometer. In Brussel zien ze dit al scherp. En is de Lelylijn opgenomen op het Europese spoornetwerk voor 2050.

5. Samenhangend Deltaplan

Infrastructuur verandert levens. Het brengt kansen. Kansen voor scholieren in Emmeloord of Drachten. De Lelylijn geeft je ook meer keuzevrijheid als je een nieuwe baan zoekt. En voor werkgevers voor het kiezen van de juiste mensen.

Wie alles bij het oude wil laten, neemt een abonnement op achteruitgang. Achteruitgang van een land dat aan de ene kant is dichtgeslibd. En aan de andere kant nog steeds leeglopende dorpen kent. Achteruitgang van streken waar jonge mensen vertrekken omdat er geen werk is. Daarom zijn gedurfde keuzes nodig vanuit Den Haag. Keuzes die breken met patronen die al decennia bestaan. Breken met de macht der gewoonte. Met de bestaande investeringslogica.

Van ons, maar vooral van onze kinderen

De Lelylijn staat dus niet op zichzelf. Ze is onderdeel van het Deltaplan voor Noordelijk Nederland. Dat gaat over verbindingen, maar ook over wonen en werken. Het gaat over de kwaliteit van leven. Van ons, maar vooral van onze kinderen. En over de bijdrage die Noordelijk Nederland kan leveren aan de oplossing van problemen die onoplosbaar zijn, wanneer je probeert ze alleen in de Randstad op te lossen.

In het Deltaplan koppelen we wonen en werken aan de Lelylijn. Maar ook aan de Nedersaksenlijn. En aan de verbetering van de kwaliteit van het bestaande spoor via Assen. Alle drie zijn ze nodig.

6. De besluitvorming: een reis op zich

Ik ben in het afgelopen jaar voorzitter geworden van de Stuurgroep Lelylijn. In die stuurgroep wordt zichtbaar dat de Lelylijn een project is van regio en Rijk. Samen zetten we alle stappen die in Nederland nodig zijn om te kunnen besluiten tot aanleg. We brengen de toegevoegde waarde in beeld.
 
De komende weken presenteren we de eerste 'toekomstbeelden'. Hoe zie je de toekomst van onze regio en wat voor soort Lelylijn past daarbij? Veel stations met sprinters? Of een snelle verbinding, met directe internationale treinen die rijden tussen de Randstad, Groningen en Duitsland?

Door het te bespreken maken we scherp hoe de Lelylijn de grootste opbrengst kan hebben voor de ‘brede welvaart’ in onze regio. Dat doen we allemaal stap-voor-stap, volgens de techniek en de procedures van het Rijk. Dus als het onderzoek dit jaar klaar is, neemt de minister van I&W een ‘startbeslissing’ over de volgende fase.

Die volgende fase heet in vakjargon de 'MIRT-verkenning'. (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) Het is voor het Rijk de ‘normale’ manier om te beslissen over investeringen in de infrastructuur. Maar het geeft ook wel eens het gevoel dat je al een hele reis achter de rug hebt, voordat de eerste schop de grond in kan gaan.

inwoners en bedrijven die druk op de ketel houden.

En hoe belangrijk de MIRT-aanpak ook is: in het echt draait het om bijeenkomsten zoals hier vanavond. Want hier zie dat mensen warm worden van deze lijn. Hier hoor je hoeveel betrokkenheid en steun er is. Hoezeer het leeft: de behoefte om onze regio een impuls te geven. Hier proeven we de steun voor de kansen die de Lelylijn biedt. Kansen voor héél Nederland. En de belangrijke rol die de Stichting Initiatiefgroep Lelylijn speelt om dit tussen de oren van beslissers in Den Haag te krijgen.

Bij de Nedersaksenlijn zie ik hetzelfde beeld. Ook daar is grote steun vanuit de samenleving. En zijn het inwoners en bedrijven die druk op de ketel houden. Initiatieven ondernemen. Zoals deze avond.

Vorig jaar startte het project Lelylijn. Dat deden we met een online raadpleging, waarin uiteindelijk 11.000 mensen meedachten over nut en noodzaak van de Lelylijn. Van die 11.000 inwoners - uit het hele land - bleek maar liefst 80% voorstander van de Lelylijn. Ook dat bewijst dat de Lelylijn geen bestuurlijke hobby is, maar een noodzakelijke stap voor onze inwoners.

In deze raadpleging gaven inwoners ons allerlei tips en suggesties. Voor ons reden om de projectdoelstellingen aan te scherpen. Daardoor is er nu nog meer aandacht voor de natuurinpassing. Maar ook voor de rol van de Lelylijn om regio's dichter bij elkaar te brengen. Beide zaken zijn urgent.

7. Een kwestie van politieke wil


Het is duidelijk: de vaste procedure is een spoorlijn op zich, met heel veel procedurele stations. Maar het komt aan op het reisdoel. Kunnen we ons een betere toekomst voorstellen? En zijn we bereid om daarin te investeren? De formatie van een nieuw kabinet is een uitgelezen moment om een politiek besluit te nemen. Om toekomstvisie te tonen.
 
Ik word eerlijk gezegd een beetje moe van Haagse politici die de Lelylijn vooral lijken te zien als een kostenpost. Als een ‘financiële tegenvaller’, nog voordat we het tracé kennen. Nog voordat iemand de kosten heeft berekend. Als de toenmalige regering en Tweede Kamer de aanleg van de Noordoostpolder vooral hadden gezien als een kostenpost, dan was de polder er nooit gekomen.

Wij kunnen een klein land kleiner maken.

De kost gaat voor de baat uit. Stop ermee om de Lelylijn vooral als kostenpost te zien. Het is een kans. Het is een grote kans voor Noordelijk Nederland. Maar dat is maar de helft van het verhaal. Het is de beste investering in héél Nederland als je de landsdelen beter met elkaar verbindt. Van deze spoorlijn knapt Nederland aan twee kanten van de lijn op.

Wij kunnen een klein land kleiner maken. Eerlijker. Mensen dichterbij elkaar brengen. Onrechtvaardige verschillen teniet doen. En als we dat doen, wordt Nederland een flink stuk beter.
 
Investeer dus, net als vroeger, in de toekomst van onze kinderen. In de toekomst van héél Nederland.