Geachte dames en heren,
Ongeveer vijf maanden nadat de basis voor de samenwerking aan de coalitie was ontvallen, ligt er een nieuw coalitieakkoord, onder de passende titel Mit Mekoar. Dit betekent dat de drie formateurs er met de BBB, PvdA, GroenLinks en de VVD in zijn geslaagd om met elkaar het fundament te bouwen voor een nieuw college dat kan rekenen op een goede samenwerking met Provinciale Staten en op een royale steun daarbinnen. Dat verdient een compliment.
Volgens de Provinciewet krijgt de commissaris van de Koning de gelegenheid om zijn opvattingen over het bereikte akkoord kenbaar te maken. Omdat hij op verschillende manieren een rol speelt bij de uitvoering van het akkoord. En ook om de Staten te informeren als daar zaken in staan die in zijn ogen grote problemen opleveren op het gebied van de uitvoering of vanuit het oogpunt van goed bestuur.
Dergelijke fundamentele bezwaren heb ik niet aangetroffen in dit akkoord. Wel is duidelijk dat er nog veel moet worden uitgewerkt. En ik vind het belangrijk dat dat ook gebeurt, want bij de concretisering staat van tevoren vast dat niet alles kan.
Uitwerking nodig
Ik heb de teksten aandachtig gelezen en veel passages aangetroffen die weliswaar aangeven in welke richting de nieuwe coalitie denkt, of wat zij belangrijk vindt, maar waarbij de concrete maatregelen nog ontbreken. Waar dat het geval is, heeft het college de ruimte en de opdracht om op die gebieden beleid te ontwikkelen en waar nodig nadere keuzes te maken.
Soms staat juist heel helder wat de nieuwe coalitie niet wil, terwijl nog onduidelijk is welke kaders de rijksoverheid of de wetgever zullen stellen. Daarin zit een risico: wat doet de provincie Groningen als de wetgever of het rijk als bevoegd gezag een andere kant op willen?
De mogelijkheden zijn niet onbeperkt. Dat geldt ook voor de ambtelijke capaciteit.
Ook is nog onvoldoende helder welke financiële middelen de provincie tot haar beschikking heeft, ook in het licht van belangrijke keuzes die het rijk heeft gemaakt of nog zal maken, zoals met betrekking tot de Toekomst Landelijk Gebied of het nieuwe verdeelmodel van het provinciefonds. Niet al deze onzekerheid is in een hoofdlijnenakkoord af te dekken, al biedt de financiële paragraaf al wel inzicht. Maar veel van de feitelijke keuzes zullen pas zichtbaar worden in de uitwerking door het college.
Veel van de inhoud van Mit Mekoar is vertrouwd. Dit betekent dat de formateurs en de nieuwe coalitie gehoor hebben gegeven aan de opdracht van uw Staten: neem het hoofdlijnenakkoord van de vorige coalitie als basis. Tegelijk is Mit Mekoar wel degelijk een nieuw akkoord. Met hier en daar ook nieuwe ambities voor de resterende twee jaar tot aan de volgende Provinciale verkiezingen.
Gain verrazzens
Mijn conclusie is dat het provinciebestuur een doorstart kan maken. Maar het succes van die doorstart is niet alleen afhankelijk van het college. Dat is aan de gehele Provinciale Staten. Mit Mekoar is wat dat betreft een hoopgevende titel.
Ik zou daaraan willen toevoegen: Gain Verrazzens. En daar bedoel ik mee dat het juist in de komende twee jaar zinvol is om de provinciale organisatie te vragen om naast het akkoord een uitvoeringsprogramma te leggen. De mogelijkheden zijn niet onbeperkt. Dat geldt ook voor de ambtelijke capaciteit. Daarom verdient het hoofdlijnenakkoord een precisering van de invulling van het beleid in de komende twee jaar.
Ik kijk uit naar de samenwerking in de toekomst en vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.
Met hartelijke groet,
René Paas,
commissaris van de Koning in Groningen