Gesprekken op niveau

Een klant van bouwbedrijf Lamein in Hoogezand gaf op het internet een beoordeling die aanzet tot nadenken: 'eindelijk een aannemer die doet wat hij belooft'. Wat betekent dat compliment? Zegt dit iets over de reputatie van aannemers? Is Lamein de witte raaf? De uitzondering die de droeve regel bevestigt? Of zullen we gewoon vaststellen dat hier een tevreden klant aan het woord is?

De kans daarop lijkt me groot. Vergeef het me dat ik er als oud-CNV-voorzitter ook met een vakbondsbril naar kijk. Nu de zware beroepen weer volop in discussie zijn, is het goed om naar het werknemersbestand van Lamein te kijken. En als ik dan zie dat vijf van de 31 werknemers al meer dan 25 jaar in dienst zijn, dan is de conclusie onontkoombaar: Lamein doet iets goed als werkgever. Twintig van die werknemers zijn ouder dan vijftig. En daarmee staat voor mij wel vast: Lamein is niet van de vluchtige contacten. Met Lamein gaan klanten en werknemers een langdurige relatie aan. Stayerskwaliteiten. Ik kom daar zo nog op terug. 

Gesprek op niveau

Lamein is vandaag gesloten. Dat is zo bijzonder, dat de website ermee opent. Daar staat het in hoofdletters: WIJ ZIJN 19, 26 EN 27 SEPTEMBER GESLOTEN VANWEGE ONS 100 JARIG JUBILEUM! 

Lamein wordt eeuwig. Dat is reden genoeg voor een feestje. De meeste mensen halen dat niet. De meeste bedrijven evenmin. Maar er is meer. Lamein wordt Hofleverancier. Toen ik de aanvraag van Lamein onder ogen kreeg, snapte ik meteen heel goed het waarom. Het Predicaat Hofleverancier wordt - volgens de website van het Koninklijk Huis - toegekend aan bedrijven die een vooraanstaande plaats innemen in hun regio en daarnaast 100, 125 (of een veelvoud van 25) jaar bestaan. De bestuurders van het bedrijf moeten van onbesproken gedrag zijn evenals de onderneming zelf. Ook moet de ontstaansgeschiedenis van het bedrijf duidelijk zijn. 

Hofleverancier is echt exclusief. Er zijn volgens het CBS ruim anderhalf miljoen MKB-bedrijven in Nederland. Slechts zo'n 700 van hen zijn 'hofleverancier'. Weinig bedrijven worden honderd jaar oud. En de aanvullende criteria zijn behoorlijk streng. Wie dit op zich laat inwerken, begrijpt dat er een zware procedure mee gemoeid is.

Intimiderende teksten

De burgemeester kijkt naar de aanvraag. De commissaris van de Koning doet dat dunnetjes over. En daarna laat de Dienst Koninklijk Huis er zijn licht over schijnen. Die wordt daarbij geholpen door het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Arbeidsinspectie komt bij je langs. De fiscus wordt geraadpleegd. Je moet een heleboel vragen beantwoorden. Je moet meer weten over de geschiedenis van je bedrijf dan je ooit hebt gewild. En je moet financieel robuust zijn. En o ja, er wordt ook nog even nagegaan of het bedrijf en de leden van de directie 'van onbesproken gedrag' zijn. Het beeld is wel helder. Een 'lintje' voor een persoon is als het goed is een verrassing. Een lintje voor een onderneming, het predicaat 'hofleverancier', is allerminst een verrassing voor de betrokkenen. Het is hard werken voor een aantal mensen in het bedrijf.

'Hofleverancier' betekent niet perse dat je vanaf nu paleizen bouwt.

Tot zover de intimiderende teksten voor wie overweegt een predicaat aan te vragen. Want ik sta bij het feestje. Dus het is goed gegaan. En eigenlijk is dat minder bijzonder dan het lijkt. Want bouwbedrijf Lamein beweegt zich al heel lang in de beste kringen. Als twee van je vaste klanten - bedrijven voor wie je al jaren werkt - sinds een aantal jaren voor hun naam het woord 'Koninklijke' mogen gebruiken, dan beweeg je je in de beste kringen. Lamein bouwt voor de Koninklijke Friesland Campina en de Koninklijke Avebe.

'Hofleverancier' betekent niet perse dat je vanaf nu paleizen bouwt. De grote restauraties zijn trouwens net voltooid, dus daar valt weinig meer te timmeren. Daar gaat het ook niet om. Het is vooral de koninklijke erkenning dat je een heel bijzonder bedrijf bent. Wanneer dus de timmerlui, de tekenaars, de planners van Lamein met mensen van Campina of de Avebe praten, dan is het vanaf vandaag een gesprek onder gelijken. Een gesprek in de beste kringen. Een gesprek tussen werknemers van bedrijven die 'gezien' en gewaardeerd zijn door de koning. En dat praat dan toch anders.

Andere provincies

Ik heb in de afgelopen jaren een aantal keren een predicaat Hofleverancier mogen uitreiken. En bijna altijd betrof het familiebedrijven. Familiebedrijven zijn anders. Die hebben een manier van werken die ze beter geschikt maakt om de tand des tijds te doorstaan. Ze denken in lange lijnen. Ze bouwen aan een relatie met hun werknemers en hun klanten. ‘Eén keer succes, is geen succes’, zegt Peter Lamein stellig. Ze zijn niet uit op snel succes, maar ze willen gekend zijn om hun betrouwbaarheid. Hun kwaliteit. Hun vakmanschap. Dat zit bij familiebedrijven in het DNA. De eigenschappen die je doorgeeft aan de volgende generatie.

En dat DNA is hier zo goed, dat Lamein BV na honderd jaar nog altijd bestaat. Dat kan lang niet elk bouwbedrijf zeggen dat in 1924 begon. Maar het is nog mooier. Lamein BV is zelfs in blakende vorm. Het groeide van een regionale speler uit tot een bedrijf dat in andere provincies ook bouwt aan een goede reputatie. Die provincies zijn ten Westen van waar we nu zijn, namelijk Noord-Holland. En ten Zuiden, te weten Overijssel en Gelderland.

Het zal mij niet verbazen als het straks verder gaat. Want in de geschiedenis van het bedrijf lees ik dat grootvader woningen bouwde in het Oosterpark en het Westerpark. En vader, de opvolger dus, op zijn beurt zorgde voor huizen in het Zuiderpark. 

Goed personeel meneer…

Alle voortekenen zijn er dus dat Peter, de huidige Lamein-directeur, dit voorbeeld volgt. Ik begrijp in elk geval dat er plannen zijn om te groeien. Te blijven groeien. Het kan haast niet anders dan dat Aannemersbedrijf Lamein BV binnenkort ook in Duitsland aan de slag gaat. 

Spannend is natuurlijk wel, of Lamein ook voldoende personeel kan vinden om de groei te realiseren. De verzuchting 'goed personeel, meneer, het is nauwelijks te vinden' is van alle tijden. Maar die verzuchting gaat vandaag de dag zeker op. Want de krapte op de arbeidsmarkt is groot. En in de bouw al helemaal. Dat heeft te maken met de vergrijzing. Eigenlijk laat Lamein BV dat ook een beetje zien, als je zoveel 'oudere jongeren' in dienst hebt.

Het heeft natuurlijk te maken met onderwijs en met wat jongeren het liefste willen. En belangrijk vinden. De belangstelling onder jongeren voor techniek, voor de bouw, houdt niet over. Dat is jammer, want juist hier valt veel te beleven. Juist daarom geef ik een compliment aan Lamein. Omdat het leerlingen de kans geeft om kennis te maken met de bouw. Omdat het zelfs basisschoolleerlingen al warm maakt voor werken in de bouw. 

En ja, dan helpt het ook als diezelfde leerlingen, of diezelfde scholieren, op het sportveld de naam van Lamein al tegenkomen. Als sponsor van hun voetbalclub. En Lamein doet nog veel meer. Zo ben je als familiebedrijf relevant. Zorg je voor economische bedrijvigheid en werkgelegenheid. Help je verenigingen en sociale initiatieven om hun ding te doen.

En bouw je ondertussen als familiebedrijf een dijk van een reputatie op. En krijg je op een dag te horen: 'eindelijk een aannemer die doet wat hij belooft.' 

Een echte hofleverancier!