Gezag zonder ‘dik doun’

Een Gronings culinair hoogtepunt is de eierbal. Toch werd ik niet dáármee ontvangen, toen ik in 2016 commissaris van de Koning werd in de provincie waar niets boven gaat. De familie Paas integreerde in Groningen met Zeeuwse bolussen. Toegestuurd per post door mijn nieuwe collega Han Polman. ‘Beste Hans’, schreef ik boven het bedankbriefje. Zo goed kenden we elkaar toen…

Dat veranderde snel. En ik ontdekte dat de bolussen niet op zichzelf staan. Het is Han ten voeten uit: aardig en attent, betrokken en persoonlijk. Eerst het zoet, dan de Polman! Maar bovenal leerde ik hem kennen als wijs en verstandig, erudiet en gezaghebbend. Zónder het bijbehorende grote ego. Dat was in die tijd vrij uitzonderlijk in de Kring van commissarissen van de Koning.

Wat een belangrijkheid!

Want laten we eerlijk zijn: van oudsher was commissaris van de Koning – of Koningin - een prestigieuze functie voor mensen die minister of iets anders hooggeplaatsts waren geweest. Dat was voelbaar in de kring. Ik schoof aan in een gezelschap van staatslieden en olympische bestuurders. Commissarissen dachten groot en bespraken fundamente kwesties. Temidden van al die staatkundige ervaring hield ik me rustig. Wat een visie. Wat een belangrijkheid!

‘Beste Hans’, schreef ik boven het bedankbriefje.

Dat laatste gold niet voor Han: hij heeft niks met ‘dik doun’, om het eens Gronings te zeggen. Hij was vriendelijk en uitnodigend, waardoor ik mijn beginnersongemak met hem durfde te delen. Han markeerde misschien wel de trendbreuk naar een nieuw, modern en ‘normaal’ soort commissaris van de Koning. Hij was nooit minister (jammer voor het land trouwens) maar wél burgemeester. Zijn stijl paste wonderlijk goed bij Zeeland. Dingen samen doen.

Han liet zien dat je visie kunt hebben en toch aardig kunt blijven. Dat je verbindt door elkaar aandacht te schenken. Zijn ‘Tafel van Zeeland’ werkt alleen omdat Zeeuwse bestuurders ervaren dat die tafel hen grotere mogelijkheden biedt dan hun eigen bestuurstafels. Omdat hij hun vertrouwen wist te winnen. Pas toen ik het idee enthousiast kopieerde, ontdekte ik hoe moeilijk dat is. Han’s souplesse en zijn enorme kennis - niet voor niets was hij voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur – maakten het verschil.

Beste Han,

Intussen schrijf ik je naam foutloos. En ik mag je (ongemakkelijk vroeg) opvolgen als ‘doyen’ van de Kring van commissarissen. Dat lijkt niet moeilijk als jij het doet. Maar ik vrees dat ook hier schijn bedriegt. Want hoewel de ego’s hanteerbaarder zijn geworden, blijft het uitdagend om twaalf zelfbewuste voorzitters voor te zitten. Je voorbeeld inspireert, maar de lat ligt hoog.

Dankjewel voor de plezierige samenwerking. Voor je vriendelijke verstandigheid. Voor je gezag zonder dik doun. Ik ga je missen als collega. Maar het stelt me gerust de Afdeling advisering van de Raad van State gaat profiteren van jouw kennis en ervaring. Je blijft wat je al was: bereikbaar. Je thuisbasis blijft het land van de Zeeuwse bolussen. Maar kom gerust eens langs in Groningen. Dan trakteer ik je op een eierbal. En praten we bij over het vak. Het ga je goed!