Het was aanleiding tot een bedrijfsbezoek. Ik werd ontvangen door vader en zoon Muller. Met die samenstelling benadrukten ze bijna terloops dat ik bij een familiebedrijf op bezoek was. Maar het verhaal dat zij over Frans Muller Benelux BV vertelden, maakte dat natuurlijk ook duidelijk. Wie hier de leiding heeft, loopt echt in de schoenen van zijn voorvaders - om het maar eens toepasselijk te zeggen. En heeft heeft grote schoenen om te vullen.
Sinds 1853
Voor de fijnproevers bestaat het familiebedrijf Frans Muller Benelux sinds 1853, zoals ook in het beeldmerk staat. Maar omdat die eerste stap nooit het archief heeft bereikt, houden historici de start op 1897. Toen waren er wel 'echte stukken', te vinden in het Groninger Archief.
In dat jaar richten Klaas en Staas Jan, twee zonen van vader Jan Muller, een vennootschap op. Zo zetten zij het bedrijf van vader voort, die als schoenmaker was begonnen in de Oosterstraat. Hij verkocht ook garen. Leer en houten pennen. En later ook machines om schoenen te maken; al wordt in het historische overzicht van het bedrijf gesproken over ‘schoeisel’. Ik weet er het fijne niet van, maar achter dit subtiele woordgebruik gaat vast een hele wereld schuil.
De twee broers handelen in leder en andere schoenmakersartikelen. In 1921 dragen ze de zaak over aan hun zonen. Deze twee neven zetten het bedrijf voort, hun vaders verhuizen naar Wassenaar en Heemstede. Maar voordat het zo ver is, schrappen zij de naam J. Muller als zelfstandig bedrijf. Het zou maar zo kunnen, dat de beide vaders op deze manier hun nieuwe woningen betaalden. Ook nu zie je immers vaak dat het bedrijf het pensioen is van de directeur-eigenaar. De neven beginnen opnieuw. Onder een vertrouwde naam: J. Muller.
De splitsing
In de advertenties uit die tijd noemt J. Muller zich een 'lederhandel'. Gevestigd aan het Hoge der A. Soms staat er het nummer 13 bij, meestal 14.
In de jaren '30, de crisisjaren, heeft J. Muller het lastig. En ook later, als het oorlog wordt, is het lastig om leer te verkrijgen en door te verkopen. Oorlog is slecht voor de handel. Die ligt zoals overal bijna stil. Geen schoenmakersgaren. Geen materiaal voor hakken en zolen. Het heeft, om het op z'n Gronings te zeggen, 'niks om hakken'.
De opvattingen komen niet bij elkaar.
De ene neef, George Cornelis overlijdt in 1948. Zijn vrouw, Hinderika, neemt zijn plek in en wordt firmant, samen met neef Franciscus Josephus. En ergens in die jaren begint de samenwerking met de Duitse fabrikant Collonil, van producten om je schoenen te verzorgen.
In 1952 ontstaat er een meningsverschil over de koers van het bedrijf tussen Hinderika en haar zoon en en neef Franciscus. De opvattingen komen niet bij elkaar. Ze besluiten het bedrijf op te splitsen in S.J. Muller en Frans Muller.
Frans en Klaas
Frans en zijn zoon Klaas nemen ook het voltallige personeel over en beginnen deze nieuwe fase vanuit een pand in de W.A. Scholtenstraat 24. En het aardige is, als je de uitnodiging ziet van de opening van de winkel in de Scholtenstraat, is dat elke werknemer met een foto en naam eronder wordt genoemd.
In de uitnodiging staat ook dat het personeel zelf besloten heeft om de overstap te maken. Het blijft voor mij gissen wat daaraan voorafging. Maar dat alle werknemers tegelijk deze overstap maakten, moet goed hebben gevoeld voor Frans en zoon Klaas. Waar zie je dat nog: dat alle werknemers zo prominent worden gepresenteerd.
Vier jaar later, het is dan 1956, komt er een vertegenwoordiger in dienst die heel Nederland afreist om bestellingen te boeken. Heel Nederland, behalve het Noorden. Want dat is het werkterrein van Frans en Klaas zelf. In die tijd wordt het bedrijf een landelijke distributeur en groeit het uit tot een groothandelaar. De afdeling in schoenmakerij fournituren wordt opgedoekt. Klanten voor die nering worden doorverwezen naar de firma S.J. Muller. Het blijft familie hè.
Groei
Bij Frans en zoon groeit de import van buitenlandse merken zoals Collonil, Ringpoint en Rathgeber gestaag. De omslag van lokale groothandel naar landelijk distributeur gaat gepaard met een behoefte aan meer ruimte. En dus komt er een nieuw pand, aan de Rouaanstraat 29 in Groningen. We spreken inmiddels over het jaar 1968.
Vier jaar later, in 1972, komt Frans in het bedrijf. Onder zijn hoede worden de eerste stappen gezet in de automatisering van bedrijfsprocessen. En weer komen er merken bij. Het bedrijf wordt een bv en als Frans 13 jaar heeft rondgelopen durft vader Klaas het aan: Frans wordt directeur van de bv. Dertien jaar! Frans Muller als de Prins Charles van de schoenenwereld!
We komen langzaam bij onze eigen tijd aan. Frans haalt schoenenketen Mansfield binnen en als ik hinkstapspring door de tijd komen daar Sacha en Scapino bij - alle drie merken dus die nog altijd bestaan. Dat zegt iets over de keuzes van Frans. Maar ook over de stappen van zijn voorgangers, want ook de eerdere merken heeft Muller nog altijd in het assortiment.
Hier kom ik weg. Dit is Groningen.
Het pand aan de Rouaanstraat wordt uitgebreid. Dolcis/Pro Sport komt er bij en in 1999 wordt een Belgisch bedrijf overgenomen. Daarmee ligt de weg naar de gehele Benelux open.
Frans heeft al vroeg de potentie van zoiets nieuws als 'internet' door. Ook dat helpt bij groei en bestendiging van het bedrijf. Na de eeuwwisseling komt er 600 vierkante meter aan logistieke ruimte bij aan de Rouaanstraat. Dat is vast het gevolg van online bestellen.
Rutger
En dan is het 2011 en komt de zesde generatie Muller er bij. Rutger maakt het eerst nog even spannend, in 2016, met een schijnbeweging naar Australië. Maar misschien zorgt juist die letterlijke afstand ervoor, dat hij zich realiseert wat hij laat liggen als hij niet instapt.
Waar vader Frans 13 jaar in de leer was, krijgt Rutger na drie jaar het roer in handen. Frans doet een stapje terug en neemt in 2015 definitief afscheid. Dat gebeurt met een indrukwekkend diner in de Martinikerk.
En dat niet alleen: Coendersborgh werd omgetoverd tot een World of Shoecare, met een kleine beurs, workshops en een rondwandeling langs alle bijzondere schoenwinkels in Groningen. Om te laten zien aan alle afnemers: hier kom ik weg. Dit is Groningen.
Evolueren
Rutger is intussen alweer even het gezicht van Frans Muller Benelux. Hij moderniseert het bedrijf, door kennis en kunde te delen met het personeel en zo minder kwetsbaar te worden. Als je logistiek bij wil blijven, vraagt dat ook om aanpassingen. En ondertussen blijft het bedrijf cursussen verzorgen voor winkelpersoneel.
Majesteit, wat zien uw schoenen er verschrikkelijk uit!
Rutger stapt ook in de wereld van de outdoor. Want ook daar heb je schoenen en laarzen voor nodig. En zo evolueert het bedrijf Muller nog altijd. Dat is het resultaat van verstandige keuzes maken en soms ook, zoals in de jaren '30 en '40, hopen dat je het volhoudt. Bij alle predicaten die ik als commissaris heb uitgereikt, zie ik dat terug. Volhouden, keuzes maken en daaraan vasthouden.
Maar ook: goed inzien waar groeipotentie in zit. En met groei bedoel ik: een weg inslaan die toekomstbestendig is, voor lange tijd. Ik vind het veelzeggend dat van de koninklijke predicaten vrij veel worden toegekend aan familiebedrijven.
Majesteit!
De founding father uit 1853, Jan Muller, kan trots zijn. Hij legde de basis voor dit bedrijf toen hij nog maar 17 was. In de Oosterstraat. En kijk nu: de zaak krijgt een koninklijk predicaat. Weer een mijlpaal.
Over een paar weken is het Koningsdag. De koninklijke familie viert dat in Emmen. En het zou zomaar kunnen gebeuren. Want ik zie ze er voor aan... Dat Zijne Majesteit uit de bus stapt. En dat iemand uit het publiek roept: Majesteit, wat zien uw schoenen er verschrikkelijk uit! En dat er daarna een poetsdoos arriveert op Huis ten Bosch!
Toch zal het niet gebeuren. Vanaf vandaag is dat niet meer nodig. Want Zijne Majesteit heeft vanaf vandaag een nieuwe hofleverancier! Grote schoenen om te vullen. Ik zei het al. Van harte gefeliciteerd.