Het blijft natuurlijk wel toezicht

Wie het onderzoek leest, ziet dat de schrijver er plezier in had. De schrijver, dat is Prof. dr. T. Schillemans ('zeg maar Thomas'). En met 'het onderzoek' doel ik op 'Maatwerk in de Provincie Groningen, onderzoeksverslag en discussiepunten'. Schillemans stuurde een vragenlijst naar de tien gemeenten en twee waterschappen die Groningen telt. De vragen gingen over iets wat verplicht is en niet perse leuk: het interbestuurlijke toezicht dat de provincie houdt op gemeenten en waterschappen. Om het beeld compleet te maken, beantwoordden medewerkers van de provincie zelf de vragen ook.

De scores die dat opleverde, bereikten soms 'een Noord-Koreaanse hoogte', schrijft Schillemans met een knipoog. En je hoort hem zachtjes kuchen als hij ingaat op het doel van de nieuwe benadering in het toezicht, waarvoor de provincie Groningen een paar jaar terug koos.

In die nieuwe benadering namen we afscheid van het idee dat de provincie een soort controleur was, die de gemeenten en waterschappen streng benadert vanuit een oordelende en beoordelende rol. Maar we wilden wel dat het toezicht wat voorstelde: de provincie heeft niet voor niets de wettelijke opdracht toezicht te houden. We gingen het daarom voortaan samen doen, dus met elkaar. En namen afscheid van de traditionele rol. De term 'toezicht genieten' is gebruikelijk onder toezichthouders. Maar naar onze overtuiging viel er ook werkelijk meer te genieten. 

Tropisch strandtafereel 

En juist bij het woord 'genieten' hoor je Schillemans kuchen. Ja, het klopt dat we voor maatwerk kiezen en afspreken dat het gemeenten en waterschappen vrij staat hoe ze hun wettelijke taken behalen - àls ze ze maar behalen. Even goede vrienden hoor, stelt Schillemans. Maar het is en blijft 'in the end' wel gewoon toezicht.

Bij dat 'genieten' moeten we ons dus geen tropisch strandtafereel voorstellen. Niemand deed dat ook. Toch vindt iedereen de nieuwe aanpak, die trouwens al weer een paar jaar oud is, een verademing. 

Ja, de provincie is uiteindelijk verantwoordelijk en vindt de manier waarop een waterschap of gemeenten de archieven bijvoorbeeld organiseert goed - of niet. Maar er is sinds de wijziging wel meer sprake van samenwerking. En de traditionele afvinklijstjes worden in overleg opgesteld, zodat ook iedereen weet wat de criteria zijn en daar zelf invloed op heeft. Vorig jaar hielden we een congres over dit onderwerp, interbestuurlijk toezicht. 

Woest aantrekkelijk

Toezicht. Het is niet het eerste waaraan ik denk als ik 's nachts wakker word. Want, toegegeven, woest aantrekkelijk of sexy is het niet. Maar het is wel belangrijk dat we het goed organiseren. Toezicht is wel nodig, want inwoners moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid volgens de regels werkt. Het is dus serieus werk.

We pakten het serieus aan en organiseerden vorig jaar een congres, waar iedereen op af kwam die in Nederland iets met dit onderwerp te maken heeft. Met onze manier van werken zijn we toch echt een soort gids in toezichtland. En nu, een jaar na dato, hebben we met dit onderzoek een actueel beeld van wat we er zelf ondertussen van vinden. Wat gaat goed en wat kan beter - zoiets.

Het kan natuurlijk zijn dat iedereen die de vragenlijst van Schillemans kreeg in dezelfde bubbel zit. En zich kan vinden in deze nieuwe aanpak, waarin de provincie met de ene gemeente net weer even andere afspraken maakt dan met de andere. Over zaken als archief- en organisatiebeheer, de omgevingswet, erfgoed en archeologie, of de huisvesting van vergunninghouders.

Bubbel met 'believers'

Vanwege die bubbel, stelt Schillemans, kreeg hij hier en daar de associatie met Noord-Koreaanse uitslagen. Maar gelukkig blijft hij een nuchtere wetenschapper. En dus stelt hij dat dit onderzoek geen formele evaluatie is. Evenmin biedt het objectief wetenschappelijk antwoord op de vraag of de Groninger aanpak als zodanig waardevol is en goed functioneert. Want een vragenlijst over dit heel specifieke onderwerp wordt volgens de hooggeleerde vaak ingevuld door ware 'believers' en deskundigen. 

Toch mogen we met een respons van 50 procent blij zijn. En de uitkomsten zijn valide. Ze bieden vaste grond onder de voeten voor conclusies, het trekken van grote lijnen en aanbevelingen, die Schillemans ons dan ook aan de hand doet.

Ik ben er blij mee, met dit overzichtelijke rapport. Inmiddels heb ik alle gemeenten en waterschappen een exemplaar toegestuurd. Hier kunnen we verder mee.