En terwijl ik rondkijk in deze indrukwekkende omgeving, schiet door me heen dat we, zoals we bij elkaar zitten, even kleurrijk zijn als het Panorama Mesdag. Het panorama is boeiend in alle kijkrichtingen. We verschillen in aard en karakter. In temperament en in aanpak. Net als de twaalf provincies van ons land. En ja, er is zeker ook groot onderhoud nodig.
Twee keer hadden we écht dezelfde baan.
Mijn theorie daarbij is dat elke provincie de commissaris krijgt die zij verdient. Of: uitzoekt die bij haar past. Dat illustreer ik aan de hand van een korte analyse van hoe je commissaris bent in de - uiteraard willekeurig gekozen - provincies Zuid-Holland en Groningen.
Ogenschijnlijk zijn wij twee druppels water, Jaap en ik. Beiden opgegroeid in een prettig gereformeerd gezin. Allebei geleerd dat je moet woekeren met je talenten. Dat leven niet vrijblijvend is, maar verantwoordelijkheid schept. Jaap werd dominee, ik trouwde met een dominee. Twee keer hadden we écht dezelfde baan. Jaap volgde mij in 2010 op als CNV-voorzitter. En in 2016 werd ik, net als hij, commissaris van de Koning. We grapten tegen elkaar dat we elkaars grote voorbeeld zijn. En we wisten dat het niet helemaal waar was. Jaap werd commissaris in Zuid-Holland, ik in Groningen. En dat is geen toeval.
Altijd reuring
Zuid-Holland: de stoere provincie van ‘niet lullen, maar poetsen’. De dichtstbevolkte van Nederland. Gelegen in de Randstad, het centrum van de macht. Met Den Haag (het in de duinen geparkeerde regerings-‘centrum’) en Rotterdam. Met alle bravoure van dien. Met altijd reuring, en een grote mond. De manier alleen al waarop Rotterdam zichzelf 'de stad zonder kapsones' noemt, getuigt van behoorlijk wat kapsones.
Kom daar eens om in Groningen. Vanaf de Seinpostduin gezien: 'helemaal in Groningen'. In het 'hoge Noorden'. Waar je ver kunt kijken in een rustig landschap. Waar de inwoners bekend staan als nuchter. En '‘t kon minder’ mompelen als ze héél erg enthousiast zijn. Want ze zeggen liever tien woorden te weinig dan één te veel.
geslaagde oneliners, stellige opvattingen, gedurfde uitspraken
Als commissaris die gedijt in zo’n ingetogen setting, kijk ik vanzelfsprekend met ontzag naar de aanpak van Jaap. Bij hem gaat weinig geruisloos. Het is altijd vol op het orgel. Met geslaagde oneliners, stellige opvattingen, gedurfde uitspraken. Hij is niet bang om een knuppel in een hoederhok te gooien. Ook niet om weerstand op te roepen. Hij is direct en zegt waar het op staat. En hij is wars van zelfrelativerende metaforen over zijn ambt, zoals ‘duizenddingendoekje’ of ‘mannetje-met-het-oliekannetje’.
Jaap is inhoudelijk sterk, maar ook extravert. Hij praat makkelijk. Vertelt knappe en geestige verhalen, allemaal echt gebeurd. En hij is een perfecte gastheer. Voor alle lagen van de bevolking. Van de schoonmaakdienst tot het Koninklijk Huis. Als legerpredikant ontbeet hij al met Jan Soldaat en dineerde hij met de generaal. In Groningen zijn wij nog een beetje opgewonden als we de Koning of de Koningin mogen ontvangen. Ik persoonlijk ook. Voor Jaap met zijn kantoor op loopafstand van paleis Noordeinde, is dat een routine. En ook een waarvoor hij in de wieg is gelegd.
Recht voor z'n raap
In al deze eigenschappen herkennen we in Groningen (en Limburg) een echte ‘Hollander’: nadrukkelijk aanwezig, vlotte babbel, recht voor z’n raap. Noorderlingen trekken daar een beetje een zuinig gezicht bij. 'Snakkers uut 't westen'. Maar in Zuid-Holland ligt de balans anders. In de stevige dialoog met grote, zelfbewuste steden als Den Haag en Rotterdam past geen ingetogen of bescheiden aanpak. ‘De metropool ligt in de provincie en niet andersom.’ Jaaps directheid en duidelijkheid maken hem effectief.
Dat bleek al bij het CNV, waar wij beiden hebben geworsteld met de dynamiek van een losse federatie van volstrekt autonome bonden. Dat deden we ieder op onze eigen manier. Ik probeerde het met polderen binnenshuis. Jaap was minder van het pappen en nathouden.
niet alleen een grote mond, maar ook grote oren
Ik heb aan Jaap gezien hoe je ook kunt verbinden door duidelijkheid en scherpte te bieden. Het was nooit vaag, waar hij voor stond. In geen enkele richting. Aan de minister, de staatssecretaris en de collega-commissarissen maakte Jaap duidelijk dat hij de taakstellingen voor de huisvesting van asielzoekers in Zuid-Holland te hoog vond. Maar aan de gemeentebestuurders in zijn provincie vertelde hij dat het menens was. Dat er werk te verzetten was. Ook dat is verbinden. In een ingewikkelde tijd, met polarisatie en populisme, helpt het om wakker te zijn en te laten zien waar je voor staat. 'Vigilate, Deo confidentes', (Wees waakzaam en vertrouw op God) om het eens op z'n Zuid-Hollands te zeggen!
Maar als ik alleen Jaaps directe manier van werken zou benadrukken, zou ik hem tekort doen. Want hij heeft, zoals hij zelf eens zei, niet alleen een grote mond, maar ook grote oren. Geduld om te luisteren en verstand van politiek en bestuur. En een diep besef dat we elkaar nodig hebben in de samenleving. Als overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en inwoners.
Jaap heeft het hart op de tong. Soms mopperend en kritisch. Vaker charmant en gastvrij, waardoor hij mensen enthousiasmeert en de neuzen in dezelfde richting weet te krijgen. Bijvoorbeeld met behulp van zijn boot, waarop hij regelmatig een clubje burgemeesters, beleidsmakers of ondernemers uitnodigt om elkaar te ontmoeten in een ontspannen sfeer op het water. Samen naar de horizon kijken. Een goede Groningse gewoonte. 'Een wijde blik verruimt het denken, stond vroeger op de GADO-bussen'.
- ‘Grote oren en een grote mond’, op binnenlandsbestuur.nl
Beste Jaap,
De grap die we bij mijn voordracht maakten, dat we altijd al elkaars grote voorbeeld waren, is wat mij betreft een beetje waar geworden. In onze kring hebben wij jou leren kennen als een betrokken en bevlogen commissaris. Die zich, ook als voorzitter van het IPO, sterk heeft gemaakt voor de belangen van de provincies en een krachtig openbaar bestuur.
Uiteindelijk staan wij allemaal voor één en hetzelfde doel: het welzijn en de welvaart van de inwoners van onze provincies. En ja, dat doen we ieder op onze eigen manier. Die past bij de volksaard en het karakter van die provincie en haar inwoners. Van ingetogen in Groningen tot uitbundig in Zuid-Holland, en verder alles daartussenin. Zo krijgt elke provincie de commissaris die zij verdient.
Maar net als Panorama Mesdag vormen we, in al die kleurschakeringen, tóch een harmonieus geheel. De levensloop van de schilder Mesdag zelf slaat ook al een brug. Hij overleed hier in Den Haag, waar hij een belangrijke rol speelde in het kunstleven. Maar hij is toch maar mooi geboren en getogen bij ons in Groningen.
Beste Jaap, onze kring gaat verder zonder jou. Met jouw inbreng heb je ons geïnspireerd. Dank daarvoor. We gaan je missen. Jij gaat op zoek naar nieuwe horizonten en vergezichten. Als botenman en geboren dominee zal dat je goed afgaan. Blijf verhalen vertellen en donderpreken afsteken. Want we hebben mensen als jij nodig om ons scherp te houden.
Maar vooral wensen we je een prachtige nieuwe levensfase toe, samen met Hilgen, met je kinderen en je groeiend aantal kleinkinderen. En verder met iedereen die je lief is. Dank je wel en het ga je goed. En ik vertrouw erop dat we je in een andere rol vanzelf weer ergens tegenkomen.
En mocht je nou al die Randstedelijke poeha toch zelf ook eens zat zijn: wees van harte welkom in Groningen!