Onbegrensd denken

Gisteravond waren ze er al. Deelnemers aan de conferentie van vandaag. We bespreken met diplomaten, wetenschappers, bestuurders en ambtenaren op de ITEM-jaarconferentie de toekomst van ‘grensregio’s in Europa’. Vier van mijn collega-commissarissen zijn er. De provincie Groningen is gasthee

En we begonnen dicht bij huis. In het Groninger Museum. En in het Groninger Forum. Die gebouwen hebben iets met elkaar gemeen. En dat zit zo. In 1990 - één generatie geleden alweer - werd ik gekozen als het jongste lid van de gemeenteraad van Groningen. De beslissing om het museum te bouwen hield de stad diep verdeeld. En het was hét thema van de gemeenteraadsverkiezingen. Mijn partij zag meer nadelen dan voordelen en stemde tegen. Die Alessandro Mendini was een beroemde ontwerper, maar was hij nou werkelijk een architect? En dat ‘postmoderne’ gebouw dat hij had bedacht, leek het niet meer op een sorbet dan op een museum? Kreeg je niet veel meer museum voor je geld als je het op een andere plek zou neerzetten? En hoe zou dit uitbundige ontwerp zich verhouden tot dit prominente stuk van de stad? De stad dacht diep verdeeld over het Groninger Museum.

Maar de geschiedenis gaf ons ongelijk. We kunnen, dertig jaar later, zien dat het loont om de grenzen te verleggen. Miljoenen bezoekers kwamen naar het museum. Velen van hen kwamen speciaal naar Groningen voor het museum. Het is een verrijking voor de stad.

Forum Groningen

Het 'pre-conference dinner' was gisteravond in het Forum Groningen. Hanke Bruins Slot, de minister van Binnenlandse Zaken (en grensoverschrijdende samenwerking) sprak ons daar toe. De gasten bewonderden het uitzicht. Drie jaar geleden werd Forum geopend. Maar het had een net zo controversiële ontstaansgeschiedenis als het museum. Ik was wethouder toen we aan het begin van deze eeuw de gok namen dat we zoiets zouden kunnen bouwen en exploiteren. Dat vergde lef. We hadden al een keer een referendum over de noordwand van de Grote Markt verloren. En ook over dit project - omstreden in de hele stad - kwam een referendum. Deze keer ging het goed. De meeste mensen stemden voor. Maar er gingen onvoldoende mensen stemmen voor een geldig referendum. De burgemeester sprak van een ‘teleurstellende opkomst’, maar ik weet niet zeker of het college van B&W werkelijk teleurgesteld was.

En toen gebeurde het wonder opnieuw.

Het referendum was zeker niet het eind van het gedoe. Er kwam gedoe over de plannen. Over de vorm en omvang van het gebouw. Er kwam veel gedoe over geld. De werkzaamheden werden stilgelegd vanwege de aardbevingen. En het zou tot 2019 duren voordat het eindelijk kon worden geopend.

En toen gebeurde het wonder opnieuw. In de eerste drie maanden gingen een miljoen mensen kijken. De reacties uit de regionale en landelijke pers waren lovend. Het gebouw won tal van prijzen en het was er altijd druk. En Groningers en vele anderen sloten het nieuwe gebouw in hun hart.

Opnieuw gaf de geschiedenis de tegenstanders ongelijk. We kunnen, drie jaar later, zien dat het loonde om onbegrensd te denken. Forum Groningen is een verrijking voor de stad.

Beleidsbijziendheid

Het congres vandaag vindt plaats in de oudste Statenzaal van het land. Zeker niet in de oudste provincie. Onze provincie kwam tot stand door een gedwongen fusie van Stad en Ommelanden in de Tachtigjarige Oorlog. Ze konden elkaar niet luchten of zien.

Maar ook hier leerden vertegenwoordigers van Stad en Ommeland dat het loont om minder begrensd te denken. Met vallen en opstaan werd Groningen één provincie, waarin Groningers samen opkwamen voor de belangen van onze provincie.

En dat is nog elke dag nodig. Want waar Nederland schatrijk is geworden van Gronings gas, zijn de nadelen hier pijnlijk voelbaar. En bij de verdeling van publieke voorzieningen, is het doorgaans een uitdaging om ons belastinggeld buiten de Randstad besteed te krijgen. Om Haagse beslissers verder landinwaarts te laten kijken. Dat dat ons na vier eeuwen nog maar beperkt is gelukt, komt niet door gebrek aan inzet. Het ligt aan iets anders. Beleidsbijziendheid.

Dit soort scheefheid is de vrucht van te begrensd denken.

Vorige week bood helaas een prachtig voorbeeld. Het bestuurlijk overleg over de meerjarenplanning infrastructuur, BO MIRT, voor de ingewijden. Ik mocht de noordelijke delegatie leiden. De toon van het gesprek was constructief. En er werd geld beschikbaar gesteld voor dingen die we heel belangrijk vinden.

Maar de vlag ging niet uit. Het was onvoldoende. Ondanks stevige inspanningen om de Nedersaksenlijn, de N33 en versnelling op het bestaand spoor hoger op de agenda te krijgen, besteedt het rijk in Noord Nederland 323.000 miljoen. Dat is 4% van het totale budget, dat voor het grootste deel verdween in de onafzienbare bouwput van het Amsterdamse Zuidas dok. De bijdrage aan Noord-Nederland staat in geen verhouding tot het inwoneraantal. En zeker tot de afstanden die het openbaar vervoer moet overbruggen. En tot de economische potentie van Noord Nederland.

Het verdriet van het afgelopen BO MIRT is symptomatisch voor de verhoudingen in Nederland. Even afgezien van de vraag of het rechtvaardig is om landsdelen waar bereikbaarheid met het openbaar vervoer veel moeilijker is te organiseren zo beperkt te bedienen, is de vraag of het handig is. Of het handig is om de bulk van de investeringen en van de voorzieningen steeds opnieuw te laten landen in het overbevolkte deel van het land.

Zijn het dan economische redenen? Die zijn als je goed kijkt geen argument. In de Randstad verdient de helft van de bevolking de helft van het BNP. Dat is niet heel bijzonder. Is het dan de omvang van de problemen? Dat hangt sterk af van hoe je naar de problemen kijkt. Vast staat dat de investeringen in infrastructuur al heel lang gaan naar het deel van het land waar de verstopping het grootst is. En daardoor houden we de verstoppingen in stand. En ondertussen worden ernstige problemen aan de rand van het land niet verholpen.

Dit soort scheefheid is de vrucht van te begrensd denken. Hoe dichter bij de grens, hoe verder van Den Haag. Maar de toekomst zal bewijzen dat Nederland zichzelf een dienst bewijst als het de kansen benut van het héle land. Als we zien dat een klein land alle ruimte nodig heeft. En dat we het deel van het land dat dicht tegen een landsgrens aanligt onderbenutten. Bij de grens houdt de wereld niet op. Daar beginnen de buren.

De meest erotische grens van Europa

Deze Statenzaal is dus bij uitstek geschikt om te praten over de zaken die spelen aan de landsgrens. Want overal waar Nederland ophoudt, begint de grensoverschrijdende samenwerking. Met de problemen die grenzen met zich meebrengen: andere taal, andere wetten, andere bestuurscultuur. Maar vooral: met de kansen die de overkant van de grens ons biedt.

Een grens is een uitdaging. Een grens schreeuwt erom overschreden te worden. Uit nieuwsgierigheid. En omdat het ook hier helpt om onbegrensd te denken. Onze grote problemen, onze transities, onze kansen: ze trekken zich niks aan van de stippellijnen die er in de loop van de geschiedenis zijn gegroeid.

Grenzen worden pas leuk als je er overheen durft.

Het is aan ons om niet alleen onbegrensd te denken, maar dat denken ook in praktijk te brengen. Onze bevolkingen doen dat al lang. Ik las ergens dat de Duits-Nederlandse grens bekend staat als de meest erotische van Europa, omdat daar de meeste grensoverschrijdende huwelijken tot stand komen.

Maar er is meer dan liefde. Aan de andere kant van de grens is kans op allerlei geluk. Het geluk van werk. Het geluk van onderwijs (overal in deze stad hoor je Duitse studenten - en Nederlanders studeren aan de overkant). Het geluk van energienetwerken die beter worden als ze aan elkaar vast zitten.

En het geluk van hulp in nood. Wat was het goed dat we ten tijde van de covid-19-crisis de grenzen openhielden maar ook konden terugvallen op de grotere capaciteit van onze Nachbarn.

Wat was het mooi om met een Groningse delegatie op bezoek te zijn in Denemarken en Noorwegen. Onszelf te leren zien als het zuidelijkste puntje van Scandinavië. En de kansen te verzilveren met wind op zee en groene waterstof. Onze toekomst ligt over de grens.

Wat is het goed dat Noord-Nederland en Niedersachsen beide doordrongen zijn van de noodzaak van samenwerken. Omdat een steriele grens voor niemand wat oplevert. Grenzen worden pas leuk als je er overheen durft. Het barst hier in Groningen van de mooie voorbeelden. Onbegrensd denken brengt ons vandaag bijeen in de Groningse Statenzaal.

 

Bronnen:

De Afsprakenlijst Bestuurlijke Overleggen MIRT 9, 10 en 11 november 2022.

E. Meijers, 'It’s the politics, stupid: het Rijk en de spreiding van welvaart over het land', in 'Brede welvaart, grote opgaven', Raad voor het Openbaar Bestuur, 2022.

E. Meijers en T. van Rietbergen, 'Niet wéér een randstadkabinet', 3 december 2021.

E. Koomen, M. Nefs, Vereniging Deltametropool: Infra-euro’s. Leren van MIRT, investeringen op de kaart, 2021

M. Schoonenboom, "De 'meest erotische grens van Europa'? Die ligt tussen Nederland en Duitsland", in De Volkskrant, 3 mei 2012.

T. Verkade: 'Provincies die mobiliteit willen bevorderen moeten eerst voor files zorgen. Anders geeft het Rijk geen geld', in De Correspondent, 22 oktober 2020.