Wim Schumacher, Stilleven met gans en eend, 1934-1935, Collectie Museum MORE

Ongans

Iedereen kent het verhaal van Sinte-Maarten

die een bedelaar de helft gaf van zijn jas.

Met dit stapelgek gebaar toonde hij wel zonneklaar

dat ie niet van Hollandse familie was.

Wij zijn nou eenmaal een ander ras.

 

Want een Hollander, een echte Hollander

maakt eerst een kladje wat 't gaat kosten

en dan houdt ie z'n hele jas!

(Wim Kan, 1970)

Bijna Sint Maarten. In de Martinikerk is de 'Ganzenmaaltijd', de jaarlijkse benefietmaaltijd ten behoeve van dak- en thuislozen. De organisatie van de maaltijd heeft mij gevraagd om tussen de soep en de hoofdmaaltijd wat te zeggen. Dat doe ik graag, zeker bij zo'n mooi thema als 'Delen is het nieuwe hebben'.

Ik houd het kort, zodat de aanwezigen zich geen zorgen hoeven te maken dat de ganzen straks lauw of zelfs koud op hun bordje liggen. Ik zeg het met de nodige voorzichtigheid. Maar volgens kenners telt Groningen vooral 's winters veel ganzen. Zo'n 20.000 grauwe ganzen, 30.000 kolganzen en 125.000 brandganzen. Indrukwekkende getallen, waarbij ik de grote Canadese gans en nijlgans nog buiten beschouwing laat. Er is meer dan we op zouden kunnen. We zouden ons ongans eten.

Totdat we besluiten te delen. Er wonen 600.000 mensen in onze provincie. Nog geen halve gans per inwoner. Dus in het theoretische geval dat we allemaal gans zouden eten, waren ze in één avond op. Delen helpt!

Delen

Voor degenen die geen vlees willen eten, is dit misschien een onsmakelijk voorbeeld. Maar het relativeert de grote getallen. Het CBS brengt de cijfers over dakloosheid net zo voorzichtig als ik de cijfers over ganzen. Maar het schat de hoeveelheid daklozen in Nederland in de orde van grootte van 27.000. De dakloosheid daalt weer een beetje, volgens de statistici. Maar elke dakloze is er één te veel, want voor iedereen die dakloosheid overkomt, is het een ramp. Ook dit is een enorm getal. Totdat je besluit het te delen onder 17 miljoen Nederlanders. Dan zit je op anderhalf promille. Minder dan 2 daklozen per 1.000 inwoners.

De 'ganzenmaaltijd' is een benefietdiner. De opbrengst is voor maaltijden voor mensen die dakloos zijn. Dat is een goed doel. En er is veel behoefte aan warmte en eten. De hongerigen voeden is een klassiek werk van barmhartigheid. Ik ben er diep van overtuigd dat mensen zelf iets willen bijdragen. Dat ze anderen willen helpen. En laten we eerlijk zijn: niemand vraagt van ons de helft van onze jas. Maar misschien hebben we thuis nog wat kleding over, die nog goed is voor een tweede leven bij iemand zonder jas, winterse schoenen of iets anders. 'Delen is het nieuwe hebben', inderdaad.

Bestaanszekerheid

Maar toch knaagt er iets. Nog even en we kunnen allemaal onze stem uitbrengen. In de verkiezingscampagne gaat het vaak over bestaanszekerheid. En we praten hier over de meest onzekere, de meest kwetsbare mensen in onze samenleving. Vaak verslaafd en in de war. En we hebben hen kennelijk niks beters te bieden dan dagopvang, nachtopvang en eten.

Aan het begin van deze eeuw lanceerden Nederlandse grote steden een offensief tegen de dakloosheid zelf. Omdat die niet deugt. Er kwam een Plan van Aanpak Maatschappelijke opvang. Het waren kostbare plannen. Er kwamen extra voorzieningen. De aanpak had succes. Dakloosheid werd flink teruggedrongen. Maar de aandacht verslapte. Gemeenten raakten krap bij kas en maakten een kladje van hun kosten. Woningen werden schaarser. En in een aantal jaar verdubbelde het aantal daklozen. Het aantal dakloze jongvolwassenen verdrievoudigde zelfs.

Uit de kosten

Bezuinigingen, inderdaad. "Want een Hollander, een echte Hollander, maakt eerst een kladje wat 't gaat kosten en dan houdt ie z'n hele jas." Helaas is goedkoop hier duurkoop. Want wie huisuitzettingen niet weet te voorkomen, wie mensen op straat laat verkommeren, wie de dakloosheid niet weet te temmen, is stukken duurder uit dan degene mensen van de straat haalt. Onder dak brengt.

Ja, ik weet het. Er is woningnood. Maar er is ook nu veel voor te zeggen om mensen in een noodsituatie zo snel mogelijk onderdak te brengen. Het is goedkoper dan het eerst uit de hand laten lopen. En het voorkomt grote menselijke ellende. En met volharding en vindingrijkheid, moet het kunnen om mensen die nu een maaltijd krijgen door onze Ganzenmaaltijd, hun leven terug te geven.

Minder dan twee dakloze mensen per 1.000 inwoners. Daaraan eten we ons echt niet ongans!