'Paasrapport' april 2024, Je weet het maar nooit.

Ik weet nog steeds niet precies wat we hebben tegengehouden door meteen lawaai te gaan maken. De gasputten zouden definitief dicht, om redenen die bijna de hele Tweede Kamer overtuigend vond. Maar ineens wilde de Eerste Kamer uitstel van de behandeling van de wet die dat moest regelen. Vanwege de zorgvuldigheid, heette het.

Was het alleen zorgvuldigheid, of gingen onze alarmbellen terecht af bij het woord ‘leveringszekerheid’? Want wat er eerst uitzag als een poging om voor onbepaalde tijd te wachten met de sluiting van de gasputten (op verzoek van de formerende partijen) werd binnen een paar dagen door betrokkenen geduid als een uiting van zorgvuldigheid.

Je weet het nooit, maar toch heb ik niet het gevoel dat Provinciale Staten van Groningen overdreven reageerden met hun spoeddebat, boordevol harde teksten richting Den Haag. Of de collegeleden in de media. Integendeel. Als door een wesp gestoken, dat wel. Maar ook door ervaring wijs geworden. De ervaring dat in Den Haag de wind vaak bliksemsnel draait naar een andere hoek. En dat er weinig hoeft te gebeuren om de logische lijn ('Groningers boven gas') waarin de oorzaak van de gasellende – de winning – wordt weggenomen, te vervangen door ‘we houden de putten maar open, want je weet maar nooit’. Omdat een andere soort logica ineens meer in de mode is.

dat in Den Haag de wind vaak bliksemsnel draait naar een andere hoek.

Je weet het nooit, inderdaad. En zo zaten we voor de tweede keer in korte tijd (de eerste keer ging het over de Spreidingswet, waarover binnenkort, vrees ik, meer) op de tribune van de Eerste Kamer. Een plek waar je vroeger nooit kwam voor belangenbehartiging. Omdat de senaat een plek was waar solide, afgewogen werd gereflecteerd, maar waar politiek vuurwerk zeldzaam was.

Maar je weet het nooit. De tijden veranderen. En dus vergt de behartiging van Groningse belangen permanente aandacht in Den Haag. Bij het kabinet en in beide kamers. Het ‘Nij begun’ na de gaswinning, dat ons is beloofd. Een effectieve opvang van vluchtelingen, die voorkomt dat het in Ter Apel uit de hand loopt. En de investeringen van het rijk, in de Lelylijn, de Nedersaksenlijn en al die andere infrastructuur die nodig is om kinderen die opgroeien in ons deel van Nederland dezelfde kansen te bieden als kinderen uit de Randstad. ‘Elke regio telt’, staat er, maar we letten op. Want je weet het maar nooit.