Leen Verbeek wandelt buiten op een dijk

Recht als een poldersloot

‘Zover je keek, was er niks’. Dat is de titel van een boek, waarin de ontginners en eerste bewoners van Flevoland terugblikken op het ontstaan van hun provincie. Precies tien jaar geleden nam Leen Verbeek als commissaris van de Koning het eerste exemplaar van dat boek in ontvangst.

Ontberingstoelage

Die polderpioniers hadden het niet makkelijk. Ze kwamen terecht op een grote kale vlakte. Waar het altijd waaide, en het zand tussen de kieren knarste. De korting die de eerste bewoners van Lelystad op hun huur kregen, stond niet voor niks bekend als de ‘ontberingstoelage’. En de verhalen van de pioniers in de Noordoostpolder (in de oorlog: ‘Nederlands Onderduikers Paradijs’) waren ook vol ontberingen. Poten in de klei. Of in het water.

niet meer zo spartaans als toen

Kom daar nu eens om. Flevoland heeft zich van een paar eilanden en onherbergzame polders ontwikkeld tot gewilde provincie voor burgers en bedrijven. Ik weet waarover ik praat. Ik ben letterlijk een ‘polderjongen’. Opgegroeid in de Noordoostpolder. Waar het bordje ‘stormvloed’ zes meter hoog aan de muur van het gemeentehuis hing, maar het toch gezellig was.

Ik was er al lang weg toen Leen kwam. Maar de verblijfsduur van Leen is indrukwekkend. Hij heeft zich de afgelopen vijftien jaar als boegbeeld en trekker voor Flevoland ingezet. Met volle overgave én succes. Hoe typeer ik Leen? In vijfvoud. Een intervisie met terugwerkende kracht, waarbij uiteraard ook zijn rol in onze Kring voorbijkomt.

Meewerkend voorman

Eerste typering: meewerkend voorman. Leen behoorde niet zelf tot de polderpioniers. Maar als Flevoland nú nog ontgonnen moest worden, had hij zeker direct een schop ter hand genomen. Een greppel gegraven. Een drain gelegd. Een dijk versterkt. En hij zou er weinig woorden aan vuil maken. Leen doet wat er gedaan moet worden. Zonder ophef, zonder opsmuk. Hij is blij dat ze hem bij de Jumbo niet herkennen. Want bekendheid onder de bevolking vindt hij relevant voor een burgemeester, niet voor een commissaris.

de voorzitter van mensen die zelf óók allemaal voorzitter zijn

Die houding kenmerkte hem ook als ‘doyen’ (het oudste lid, de voorzitter) van onze Kring. Leen was een functionele voorzitter. Sober en solide. Met een licht ongeduld richting collega’s die vooraan stonden toen het spraakwater werd uitgedeeld. Een lastige rol, doyen. Je bent de voorzitter van mensen die zelf óók allemaal voorzitter zijn. Die vinden wat ze te melden hebben (terecht natuurlijk) enorm belangrijk. En ze vinden ook meestal iets van andere voorzitters. Dat er in dit gezelschap zelden kritiek op Leen als voorzitter is geweest, zegt dus genoeg. Leen heeft het goed gedaan. Sober en solide, had ik dat al gezegd?

En glashard en duidelijk. Altijd rechtdoor. Als een poldersloot. Ook bij het Rijk wist hij onze boodschap altijd helder en voortvarend over het voetlicht te brengen. Ook daarbij, zonder zonodig zelf op de voorgrond te willen treden. Zo maak je indruk.

Socialist

Tweede typering. Leen is een geboren socialist. Een idealist die de wereld beter wil maken, vooral voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Als commissaris stond hij natuurlijk boven de partijen. Maar ook daarin zijn de normen en waarden van de sociaaldemocratie voor hem leidend. Leen speelt geen verstoppertje over zijn uitgangspunten: ‘Als die je niet aanstaan, moet je mij niet nemen’, zei hij daarover in een interview.

Leen duikt niet weg achter zijn dijken

Ook internationale solidariteit is voor hem belangrijk. Regelmatig vertelt hij over zijn activiteiten op het wereldtoneel. Leen duikt niet weg achter zijn dijken. Hij is voorzitter van het International Tree Fund, dat inheemse gemeenschappen in Midden-Amerika ondersteunt. Hij heeft het zelf helpen oprichten.

Netwerker

Die nevenactiviteit brengt mij op de volgende typering: netwerker pur sang. Toen Leen hier commissaris werd, kreeg hij het advies er wat baantjes bij te zoeken. ‘Anders ging hij de burgemeesters maar voor de voeten lopen’, zeiden ze. Die raad heeft hij enthousiast opgevolgd. Maar hij koos zijn bijbanen wel strategisch uit: ze moesten Flevoland ten goede komen. Het duidelijkste voorbeeld is zijn presidentschap van het Congres van Lokale en Regionale Overheden.

Verbinden doe je in twee richtingen

Daar kon hij zijn kennis en ervaring inbrengen om de lokale en regionale democratie in Europa te versterken. Tegelijkertijd nam Leen de informatie die hij daar opdeed, mee terug naar Lelystad. Verbinden doe je in twee richtingen. Zo bracht hij de regio naar Europa én omgekeerd.

Dapper

Leen is ook – en dat is mijn vierde typering – een dapper bestuurder. Een vrijbuiter die voor de duvel niet bang is. Die in z’n eentje op de motor naar de Noordkaap rijdt, of het woeste IJsselmeer bezeilt.

ook als dat voor zijn eigen positie misschien niet comfortabel is

Hij ging naar platgebombardeerde steden in Oekraïne. Hij bezocht burgemeesters in een Turkse gevangenis. Hij streed tegen zijn ‘eigen’ minister Ronald Plasterk om het opgaan van Flevoland in een Noordvleugelprovincie te voorkomen. Met succes, want Flevoland staat nog steeds als een huis. Hij maakte zich, tevergeefs, sterk voor een aanmeldcentrum voor de opvang van asielzoekers in Bant. Omdat hij zag dat dat nodig was. Leen durft ver te gaan voor de publieke zaak. Strijdbaar, ook als dat voor zijn eigen positie misschien niet comfortabel is.

Dominee

Dan de vijfde en laatste typering. Toegegeven, Leen zingt liever de Internationale dan een psalm. Toch had hij uitstekend dominee kunnen worden. Want hij preekt graag. Leen weet en ontzettend veel. En hij vindt er wat van. ‘Aan een bestuurder zonder mening heb je niets’, zegt hij daar zelf over. Dus hij deelt zijn kennis en meningen royaal, ook in onze Kring. Hij vervulde, in elk geval voor​ mij, de rol van de wijze doyen. De man die je kunt bellen als je het zelf even niet weet.

Dat is belangrijk. Als commissaris kan het ook eenzaam zijn in de provincie. Dan is het fijn als je iemand kunt bellen om advies. Leen was altijd bereid om dat te geven. Mooi dat we allemaal van zijn kennis en ervaring hebben mogen profiteren.

Beste Leen,

Meewerkend voorman en socialist. Netwerker. Dapper bestuurder en ook een beetje dominee. Met al jouw gaven en kwaliteiten heb jij Flevoland op de kaart gezet. Vijftien jaar lang ben je goed geweest voor deze provincie. En voor ons als collega, vanaf 2019 in de rol van doyen. Namens alle commissarissen dank ik je daarvoor hartelijk. We gaan je missen in onze Kring.

Want dat hele pensioen kan jou gestolen worden

‘Zover je keek, was er niks’. Zo begon ik mijn verhaal. Dat zou de jammerklacht van een kersverse pensionado kunnen zijn: ‘Zover je kijkt, ís er niks’. Want dat hele pensioen kan jou gestolen worden. Waarom moet je in vredesnaam stoppen als je 70 wordt?

Toch wens ik je toe dat je, als je vooruitkijkt, mooie vergezichten ziet opdoemen. Wellicht in je internationale werk, waar je hart ligt. In het tijd doorbrengen met je partner Johanna. Met je kinderen en kleinkinderen. Of gewoon, fietsend door Flevoland. Tevreden kijkend naar hoe je het hebt achtergelaten.

Zover je kijkt, zie je de toekomst. Ga ervan genieten. Dan kon het best eens meevallen met dat pensioen.