Vandaag ontmoet ik een grote groep vrijwilligers. Op de jaarvergadering van de Stichting Urgente Noden. Die wordt gehouden in onze Statenzaal. De uitnodiging kwam van de voorzitter, Rikus Jager. We hebben elkaar de laatste tijd een paar keer in een ander verband gezien. Want hij was een van de formateurs die hielp om een nieuw College te smeden, hier in het provinciehuis. Die formatie begon op 6 januari, nadat de vorige coalitie was bezweken en een maandenlange, intensieve verkenning opleverde dat het verstandig was om met vijf partijen de puzzel te leggen. Het was dringend nodig dat dat gebeurde. Er was ook bij ons sprake van een urgente nood. Opnieuw een politieke. Fijn dat Rikus aan de oplossing daarvan heeft bijgedragen. Want inmiddels hebben we weer een college en een bijbehorende coalitie.
En dat klaart de lucht om aandacht te geven aan urgente noden die veel dieper snijden. Die niet het functioneren van een regering of een ander politiek bestuur raken, maar het dagelijks bestaan van mensen. Mensen die zichzelf en hun kinderen niet kunnen bieden wat ieder mens nodig heeft om waardig te leven. Dáár gaat het vandaag over. En daar houdt Stichting Urgente Noden (SUN) zich dag in dag uit mee bezig.
Intensiteit
Het zegt veel over deze tijd, dat SUN bestaat. En het zegt misschien nog wel meer, dat SUN móét bestaan. Want het vangnet van onze samenleving — hoe goed bedoeld ook — laat soms nog mensen door de mazen vallen.
En dat vangnet raakt onder spanning. We hoorden het recent van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het SCP waarschuwde dat armoede in Nederland niet alleen een kwestie van aantallen is, maar ook van intensiteit. Een woord dat je normaal gesproken zou gebruiken om muziek of liefde te beschrijven. Maar nu dus: armoede-intensiteit. Gruwelijk eigenlijk, als je erover nadenkt.
raken de mensen die wél arm zijn, dieper in de problemen
Het SCP noemt mensen arm als hun inkomen onder de zogenoemde armoedegrens ligt. Maar het spreekt van ‘intensieve armoede’ wanneer dat inkomen meer dan 30 procent daaronder ligt. Dat betekent voor een alleenstaande: minder dan zo’n 1.050 euro per maand. Voor een gezin met twee kinderen: onder de 1.775 euro.
Het zorgelijke is: die groep groeit. Terwijl het totaal aantal mensen dat in armoede leeft iets lijkt te dalen, raken de mensen die wél arm zijn, dieper in de problemen. En misschien nog wel schrijnender: het zijn lang niet allemaal mensen zonder werk. Het gaat ook om 'werkende armen'. Om zzp’ers met te weinig omzet. Of een uitkering. Mensen die meedoen — en desondanks niet rondkomen.
Noodoplossing
Wat dat betekent, weten de aanwezigen in onze Statenzaal als geen ander. Professionals, bestuurders, hulpverleners, mensen van fondsen. Zij zien de gevolgen van armoede niet alleen in cijfers, maar in gezichten. In verhalen. In kindervoetjes zonder goede schoenen. In brieven die ongeopend blijven omdat ze alleen maar slecht nieuws brengen. In keukenkastjes waar de houdbare pasta het enige is dat nog staat.
Stichting SUN is dan soms het verschil tussen een koude kamer en een warme. Tussen uitsluiting en meedoen. Tussen wanhoop en de eerste stap naar herstel. En ja: het is een noodoplossing. Maar soms is een noodoplossing precies wat nodig is. Snel, menselijk, op maat. En zónder bureaucratische omwegen.
hoe we mensen eerder kunnen bereiken
Ik kwam ze in allerlei rollen tegen. De mensen die in de hoek zitten waar de klappen vallen. Toen ik wethouder was in Groningen en me bezig hield met de maatschappelijke opvang. Toen ik werkte bij vakbond CNV. En later bij Divosa, de vereniging van sociale diensten. Steeds opnieuw is confronterend om te zien wat het betekent om in armoede te leven. Soms was het een glimp, niet meer dan een schaduw in een dossier. En soms kwam de armoede ineens keihard en frontaal binnen. Omdat het over mensen ging die alles deden wat ze konden — en toch steeds verder vastliepen. Niet geholpen werden. Of zich terugtrokken omdat eerdere hulp mislukt was.
Vrijwilligers bij de Stichting Urgente Noden kennen die verhalen van binnenuit. Daarom is het goed dat ze vandaag stilstaan bij de resultaten van SUN, én met elkaar het gesprek aangaan over de toekomst. Over hoe we mensen beter kunnen helpen — maar misschien nog wel belangrijker: hoe we mensen eerder kunnen bereiken. Zodat hulp op tijd komt. Zodat uitzicht blijft bestaan.
Belangrijk
Ik wens hen een goede bijeenkomst toe. Een mooi moment om te kijken wat er anders en beter kan aan het belangrijke werk dat ze doen. Want dat werk is nog lang niet klaar. Het vraagt behalve om waardering ook om samenwerking. Om warmte. Om vasthoudendheid. En ja — ook om het soort betrokkenheid en doortastendheid dat ik bij SUN keer op keer terugzie.
Ik dank de mensen die actief zijn voor de stichting voor hun belangrijke werk. En ik wens hen vandaag - en in het jaar dat volgt op de jaarvergadering - het succes dat ze verdienen.