Vergeten IJzer

Wie ‘Vergeten IJzer’ leest, zit eigenlijk aan het bed van een patiënt. En realiseert zich: het is erger dan ik dacht. Het snijdt door je ziel, hoe ‘Vergeten IJzer’ de plekken laat zien waar het vroeger zinderde van activiteit. Plekken die er vandaag zieltogend bij staan. Dit is wat er gebeurt als de tijd zijn werk doet nadat de laatste werknemer op een dag het licht heeft uitgedaan. Wat er gebeurt als daarna eigenlijk niemand een idee heeft hoe het verder moet.

Foto: Jan Willem van Vliet

Onze fabriek

‘Vergeten IJzer’ is ook een verhaal van melancholie. Van heimwee. Want ook dat doet de tijd. Je vergeet de nare dingen, het verleden wordt per dag mooier. Want ja, je werkte in ploegendiensten en de eerste van de drie vrije dagen na de nachtdienst was broodnodig om bij te slapen. En ja, het was er vaak nat, smerig en vuil. Maar het was wel ónze natte, smerige en vuile fabriek! Wat hebben we er een mooie tijd gehad. Wat waren we een mooi clubje collega’s.

impliciet het besluit om het reddeloos verloren te laten gaan

En wat is het zonde dat de fabrieken, de scheepswerven, de montagehallen waar Groningers in de vorige eeuw, en soms daarvoor al, hun brood verdienden langzaam verkruimelen. Dat we niet goed weten wat we nu nog met die locaties moeten. Locaties zoals de Philips-fabriek in Stadskanaal, waar in de hoogtijdagen 3.000 mensen werkten.

Wie een gesloten fabrieksterrein, gebouwen met hier en daar nog een verstofte machine niet nu en dan onderhoudt, die neemt eigenlijk impliciet het besluit om het reddeloos verloren te laten gaan. Want voor je het weet, zakt op een keer iemand door een vloer. Wordt het laatste koper, zink en lood in de nachtelijke uren gestript. Is er nu en dan een illegaal feest. Of wordt er bouwafval gestort.

Een prachtig pleidooi

Hoe zonde dat is, laten Frank von Hebel en Jan Willem van Vliet zien in hun boek 'Vergeten IJzer'. Nú kunnen we nog iets doen, zeggen ze. Door bijvoorbeeld de steenfabriek in Garrelsweer te restaureren, als bewijs dat Groningen ooit 59 steenfabrieken telde. Of om ‘iets’ te doen met de Suikerfabriek in ‘Stad’, waar de gemeente een nieuwe woonwijk wil bouwen. Zodat de Groningers die daar straks

worden geboren, weten waarom hun wijk Suikerzijde heet. Integreer dit complex, of een deel ervan, in de nieuwe wijk.

Zo is ‘Vergeten IJzer’ een prachtig pleidooi om wat voorzichtiger en zorgvuldiger om te gaan met onze geschiedenis, die nog niet eens zo heel lang achter ons ligt.