Verzetsvrouwen

Op deze herdenkingsdag, tachtig jaar later, staan we stil bij een bijna vergeten verhaal. Een verhaal van moed, van pijn – en van een groep vrouwen die geschiedenis schreef.

Verzet wordt ten onrechte vaak gezien als mannenwerk. Wij gedenken vandaag 116 vrouwen. ‘Partizanenvrouwen’, noemden de Duitsers hen. Allen opgepakt vanwege hun rol in het verzet – of omdat ze familieleden hadden die zich verzetten tegen het regime. In de allerlaatste dagen van de oorlog werden ze uit Kamp Westerbork gehaald, gekleed in overalls van vermoorde Joodse gevangenen, genummerd en gemarkeerd, alsof ze al waren opgegeven. Alsof ze al dood waren.

Dodenmars

Ze werden op een dodenmars gestuurd. Nachtenlang liepen ze, onder gewapend toezicht, van Westerbork richting Groningen. De oorlog was bijna voorbij, maar zij wisten dat niet. Wat ze wel wisten: elke stap kon hun laatste zijn. De angst, de uitputting, de onzekerheid – ze zijn niet te beschrijven. 

We weten tot op de huidige dag niet waarom dat was.

Jacoba van der Kun, een van de vrouwen, schreef in haar dagboek: ‘’t Is belachelijk, die spanning en onzekerheid waarin we leven. Iedere dag en nacht is een doorlopende aaneenschakeling van buitenissigheden.’ Buitenissigheden… dat is zacht uitgedrukt voor de ellende, de angst en de pijn. Vrouwen van alle leeftijden, die gedwongen werden om te lopen. Sommigen hoogzwanger, anderen nauwelijks in staat om te lopen. Ze liepen omdat ze moesten. Omdat er geen andere keus was. Omdat hoop, hoe flinterdun ook, sterker bleek dan wanhoop.

Wij weten hoe het afliep. Wij kennen de verhalen over het bizarre einde op 14 april 1945. Hoe de vrouwen aankwamen bij een boerderij bij Visvliet. Hun einde leek nabij. En toen klonken er drie woorden: Sie sind entlassen. U bent vrij. We weten tot op de huidige dag niet waarom dat was. Durfden de soldaten het niet meer aan? Voelden ze dat de oorlog verloren was? Sprak op het laatste moment misschien hun geweten?

Zwijgen

Deze vrouwen overleefden het. Maar daarmee eindigt het verhaal niet. Want toen ze thuiskwamen was niets meer zoals het was. Velen van hen kwamen in een leeg huis. De oorlog had niet alleen hun vrijheid genomen, maar ook hun geliefden. Mannen, zonen, vaders – verdwenen. 

De vrijheid die zij kregen, ging gepaard met groot verdriet. Verdriet waarover je zweeg. Corry Kieft bijvoorbeeld – koerierster, verzetsvrouw, dapper en onverschrokken – sprak er nauwelijks over. De pijn was te groot. Net als bij zo velen.

Of verzetsvrouw Riek Sennema. Haar achternicht, Hilde Sennema, vertelt haar verhaal aan de aanwezigen. Haar naam komen we tegen als we bij Zuidhorn even voor de brug moeten wachten. Maar dat is niet genoeg. Deze vrouwen verdienen een plek in ons collectieve geheugen. Niet als voetnoot, maar als hoofdstuk. Want zonder hen is het verhaal van onze vrijheid niet compleet.

Toekomstige generaties zullen ons vragen wat wij met onze vrijheid hebben gedaan.

Herdenken gaat gepaard met rituelen. Maar het is meer dan een ritueel. Het is een morele opdracht. De verhalen van deze vrouwen dwingen ons om na te denken over ons eigen leven. Wat doen wij met onze vrijheid, die zo zwaar bevochten is? 

Hoe nemen wij onze verantwoordelijkheid, in een wereld, in een land, waarin fundamentele waarden broos blijken? Het is een cliché dat vrijheid niet vanzelf spreekt. Toekomstige generaties zullen ons vragen wat wij met onze vrijheid hebben gedaan.

Voetsporen

Het minste wat wij kunnen doen, is de namen blijven noemen van de mensen die onverzettelijk waren. Hun verhalen blijven vertellen. En, belangrijker nog: hun waarden levend houden. Moed. Rechtvaardigheid. Onverzettelijkheid.

Vandaag lopen we letterlijk in hun voetsporen. En ik hoop dat de wandelaars vandaag bij elke stap denken aan Jacoba. Aan Riek. Aan Corry. Aan Nora Torenbeek. Aan Jo Meyboom. Aan al die 116 vrouwen van wie de namen klinken. 

Zoals Bram Vermeulen zong: Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde. Het water gaat er anders dan voorheen. Deze vrouwen hebben stenen verlegd. Het is aan ons om de rivier te blijven volgen – met respect, met herinnering en met inzet voor een vrije toekomst. Voor iedereen.