Heeft ons werk effect?

Het was googelen naar de bekende weg. Ik zocht op 'rekenkamer' en 'heldere doelen'. En ik oogstte een storm van kritiek van ongeveer alle rekenkamers die ons land rijk is. Ook de Noordelijke Rekenkamer laat zich niet onbetuigd. Het schort bij de overheid kennelijk vaak aan heldere doelen. En eerlijk is eerlijk: het formuleren van doelen is traditioneel niet de best ontwikkelde kant van het openbaar bestuur. En als de overheid al doelen kiest, kun je dan goed meten of de doelen ook worden bereikt?

Huzarenstukje

Meestal gebeurt dat niet al te grondig. Maar er zijn uitzonderingen. Eén van die uitzonderingen is Nationaal Programma Groningen. Dat is een samenwerkingsverband van Rijk, provincie en gemeenten, waarvan ik (nog even) voorzitter ben. Ons programma heeft een looptijd van tien jaar en duurt tot 2030. Voor de uitvoering van alle plannen en projecten heeft het Rijk een startkapitaal van 1,15 miljard euro beschikbaar gesteld. We noemen dit nadrukkelijk een 'startkapitaal' omdat het uitgangspunt is dat dankzij aanvullende financiering veel meer geld in projecten geïnvesteerd kan worden.

Want hoe kom je er achter of die programma's verschil maken voor Groningen?

Waarvoor dienen die projecten? Daarover hebben Provinciale Staten en de raden van deelnemende gemeenten in een intensief proces een besluit genomen. Ik herinner me twee bloedhete sessies in 'The Energy Barn' waarin dat gebeurde. De doelen zijn scherp gedefinieerd. De criteria daarvoor hebben we niet zomaar zelf bedacht. Ze maken deel uit van de 'Brede Welvaart Index'. Een index die veel meer laat zien dan alleen economische winst of verlies. En ons daardoor straks een beter beeld geeft van hoe we er als Groninger samenleving voor staan. Hier hebben raads- en statenleden zo scherp mogelijke doelen geformuleerd op de gebieden economie, werken en leren, leefbaarheid, natuur en klimaat.

Maar met het formuleren van de doelen is het natuurlijk nog niet klaar. Want hoe kom je er achter of we dankzij die programma's in Groningen de doelen ook hebben bereikt? Door van tijd tot tijd secuur te meten. Verschil kun je meten. En het is belangrijk om elk jaar in de gaten te houden of we op de goede weg zijn en waar nodig bij te sturen.

De komende tien jaar gaan E&E advies, Sociaal Planbureau Groningen en Aletta Advies jaarlijks meten hoe Groningen ervoor staat. En dat dat gebeurt is moeilijk en bijzonder. De onderzoekers noemen het uitvoeren van dit onderzoek een 'huzarenstukje van toegepaste wetenschap'.

Werk aan de winkel

Hoe staan we er voor? Onlangs brachten onderzoekers de 'nulmeting' uit. Vandaag was daarover een informatiesessie in Provinciale Staten. Een nulmeting, dus de beschrijving van de situatie voordat Nationaal Programma Groningen effect kan hebben. Dat brengt ons een schat aan informatie. Een mooie mix van harde economische statistieken en zachtere informatie. En zo kunnen we straks goed zien of Nationaal Programma Groningen effect heeft. Of het werkt. En waar. En waar we misschien een tandje bij moeten zetten.

De conclusie? Uit de nulmeting blijkt dat de 'aardbevingsgemeenten' behoren tot de groep met de laagste brede welvaart van Nederland. Dit komt voor een belangrijk deel doordat te weinig mensen werk hebben. Het is oneerbiedig om ook dit 'googelen naar de bekende weg' te noemen. Maar we wisten natuurlijk wel al dat de Groningse welvaart groter kan.

de laagste brede welvaart van Nederland

We hebben de nodige middelen in handen om daarvoor te zorgen. We hebben ook scherpe doelen. Dus als we de beste deskundigen inzetten om ons te adviseren, als we verstandige keuzes maken en als we die zo goed mogelijk uitvoeren, dan zijn we mooi op weg. Maar het wordt pas echt leerzaam als we meten wat het oplevert. Als we ons zelf na elke meting kunnen verbeteren, halen we werkelijk alles uit Nationaal Programma Groningen.

Werk aan de winkel dus. Als de nulmeting één ding duidelijk maakt, is het dat het nationaal programma niet uit luxe is geboren. Maar als het luxe was, bestond het niet. Onze opgaven zijn groot. Het is alle hens aan dek om onze doelen te halen. We hebben tien jaar. En we moeten scherp nadenken wat het beste werkt. Dat doen. En daarna over onze schouders kijken of we bereikten wat we wilden bereiken. Het is een extra inspanning. Daarmee maken we het ons misschien af en toe moeilijk. Maar het is de moeite waard. Mooi werk.