Niks te zien?

De Haagse politie waarschuwde iedereen om niet te komen. 'Kom niet naar Den Haag. Er is hier niets te zien'. We hebben ons er keurig aan gehouden. Het college, het managementteam, de bestuursadviseurs: we bekeken en bespraken de troonrede vanuit het provinciehuis. 'Gewoon' in Groningen. Het was de presentatie van het beleid van een demissionair kabinet. Dus lopend beleid. 'Grote nieuwe keuzes voor de langere termijn zijn aan een volgend kabinet', in de woorden van de koning. 'Gewoon doorlopen mensen, niks te zien', zou de politie zeggen.

'Groningen'

Toch is dat het ongelijk van de politie. Want het is te kort door de bocht om te doen alsof er niets te zien was. Allereerst kwam Groningen voor de zevende keer voor in de troonrede. Vorig jaar zei ik dat ik ernaar uitkeek dat we er niet meer in zouden voorkomen. Als het niet meer nodig zou zijn. Maar de Troonrede bevatte het woord 'Groningen' in een maar al te vertrouwde context: 'De afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen is te lang te stroperig geweest'. De zin staat ten onrechte in de voltooid tegenwoordige tijd. Het is helaas hartstikke onvoltooid.

En de zin staat ten onrechte in de voltooid tegenwoordige tijd. Het is helaas hartstikke onvoltooid.
We werden genoemd in de alinea over zaken die de overheid moet rechtzetten: 'fouten moeten worden hersteld en wie recht heeft op compensatie moet die zo snel mogelijk krijgen. Dat blijft voor de regering absolute prioriteit.'

De toekomst

Je kunt zeggen: we zijn er aan gewend. Maar de teksten lijken steviger te worden. In 2019 zei de Koning dat het aardbevingsgebied mocht rekenen op meer urgentie. Nu was het dat Groningers onrecht is aangedaan. Die erkenning is waardevol. De excuses van het kabinet staan. Maar daarmee is het werk nog lang niet af. En het duurt ongetwijfeld nog een tijd voordat schadeafhandeling en versterking naar ieders tevredenheid verlopen. Voordat de bevingsellende achter de rug is.

Ik zou willen dat mensen Groningen associëren met waterstof en duurzame energie.

Toch vind ik het pijnlijk dat het woord 'Groningen' in Den Haag synoniem is voor 'een Nederlands overheidsfalen van on-Nederlandse proporties'. Waarom wordt ons kansrijke deel van het land niet in één adem genoemd met positieve ontwikkelingen. Met kansen voor heel Nederland. Bijvoorbeeld groene waterstof en met wind op zee. Of met snelle verbindingen en nieuwe woningen. Ik zou willen dat mensen Groningen associëren met waterstof en duurzame energie. Met internationaal bekende festivals. Met fantastisch onderwijs. Met fascinerende innovaties in de landbouw en de industrie. Met ruimte om te leven. Met het Nederland van de toekomst.

Sur-place

We zien elke dag opnieuw dat Groningen bouwt aan het Nederland van de toekomst. Een kabinet met ambitie op het gebied van stikstof, energietransitie en toekomstbestendige voedselvoorziening, kan niet om Groningen heen. Wij zijn koploper op het gebied van duurzame energie, natuurinclusieve landbouw en groene, slimme mobiliteit. We doen ons best om die onderwerpen in de schijnwerpers te zetten. Zodat ze straks in het regeerakkoord - dat er toch een keer zal komen - een goede plek krijgen.

De regering moet regeren. Keuzes maken. Ontwikkelingen mogelijk maken die perspectief bieden.

En met dat woord noem ik tot slot ook meteen ons grote chagrijn. De verkiezingen zijn ruim een half jaar geleden. En er is nog altijd geen nieuw kabinet. Er is voorzover ik dat kan overzien nog geen moment serieus onderhandeld over de inhoud van het kabinetsbeleid. En dus nog altijd geen nieuw regeerakkoord. En dat wordt toch werkelijk hoog tijd. De regering moet regeren. Keuzes maken. Ontwikkelingen mogelijk maken die perspectief bieden. Voor de Nederlanders van straks. Voor het land en voor de wereld. Daarvoor zijn we een half jaar geleden naar de stembus gegaan.

Wat er in politiek Den Haag te zien is, is vooral interessant voor een klein groepje liefhebbers. De rest van het land wordt ongeduldig. Het lijkt op baanwielrennen. Eindeloos stilstaan op twee wielen in de hoop dat het je een betere tactische positie geeft. Ik vind die ‘sur-place’ niet mooi om te zien. Ik heb het ook bij wielrennen nooit zo begrepen. Als je hard fietst, ga je het snelst vooruit. Met het landsbelang speel je geen tactische spelletjes. Dat is in niemands belang. Ik hoop daarom dat we snel naar Den Haag kunnen, omdat er veel daadkracht is te zien.