Ja, Dikke Tammo!

Als ik recht doe aan het Gronings, dan hou ik het kort. Misschien niet zo kort als de oudere man die in Winschoten iets vroeg aan de buschauffeur die zijn raampje open had. 'Stad?', vroeg de man. 'Dei', wees de buschauffeur. Zo kort, dat is kunst! En beide heren begrepen elkaar volkomen. De oude man liep daarna naar de bus die hem naar de stad zou brengen.

Waar je in andere delen van het land een echte vraag kunt verwachten, een zin met tenminste één werkwoord er in, daar houden wij het in Groningen graag kort. De lidwoorden de, het en een - iedere tal heeft ze eigenlijk wel. Of iets dat er op lijkt. Maar het Gronings doet het meestal zonder. Lidwoorden? Nergens voor nodig!

Mooi

Als ik de gymzaal van basisschool Nijenstein in Zandeweer binnenkom, zit de stemming er goed in. De bassen van 'Wat Aans!' dreunen door het hele gebouw. De kinderen deinen mee. Vandaag lanceren we met vereende krachten de app van het lesprogramma 'Van Old noar Jong'. Ik vraag ze - in mijn eigen gebrekkige Gronings (het is wel de taal van mijn moeder, maar bepaald niet mijn moedertaal) - wie van de kinderen een beetje Gronings spreekt. Sommigen durven dat best! En dat is mooi.

Het huis... die daar staat. Dat is voor Groningers niet raar.

Ik vind het mooi, al die talen in Nederland. En de charmante variaties op het Nederlands die dat oplevert. Als je uit de buurt van Haarlem komt, is de kans groot dat je het verschil tussen 'liggen' en 'leggen' niet goed kent. En als je in Groningen opgroeit, in een omgeving waar Gronings wordt gesproken, dan heb je waarschijnlijk moeite met 'die' en 'dat'. Het huis... die daar staat. Dat is voor Groningers niet raar.

De juf op school vindt dat natuurlijk fout. Liggen is geen leggen, en die is iets anders dan dat. Dat begrijp ik. Maar je kunt ook zeggen: hé, daaraan kun je soms zien waar iemand is opgegroeid. Of beter gezegd: waar hij wegkomt! Soms hoor je het ook anders. Praat iemand met een lekkere,Smeltende taalschots natte T, dan komt-ie uit Groningen. Is de 'o' meer een 'oa…? Vul dan maar Twente in.

Wanneer ik de kinderen vraag of hun vader en moeder ook Gronings spreken, gaan er maar een stuk of vier, vijf handen omhoog. Dat valt me tegen voor Zandeweer. Maar het past in het patroon. We leven op een smeltende taalschots. Het probleem van kleine talen en van streektalen en dialecten, is dat er zo langzamerhand steeds minder mensen zijn die ze gebruiken. En als je een taal of een dialect niet elke dag gebruikt, dan komt de sleet er in. Dan verdwijnen er woorden, wordt de taalschat kleiner en verdwijnt de betekenis van sommige woorden ook al snel.

De druk van het Engels komt er nog eens bij.

Dat probleem was er denk ik altijd al. Zoals er in Nederland denk ik al eeuwenlang concurrentie is tussen het Nederlands zoals dat op scholen werd geschreven en gesproken, en de taal die je van huis uit sprak. Pakweg honderd jaar geleden waren er meer mensen die onderling hun eigen dialect of streektaal spraken dan nu. Voor wie het Gronings hun 'moedertaal' was en die het Nederlands op latere leeftijd leerden.

Vandaag de dag heeft een streektaal niet alleen te maken met de concurrentie van het Nederlands. De druk van het Engels komt er nog eens bij. De dominantie van de Engelse taal in de media werkt op allerlei niveaus door. Ook op het schoolplein in Zandeweer zal wel eens het woord 'shit' te horen zijn - laat ik een voorbeeld geven dat nog een beetje netjes is! Of kun je nog alleen aan de ingeslikte n horen in download'n dat we in Groningen zijn.

Gebruiken

Als we dus niet uitkijken, verdwijnt ook het Gronings stilletjes achter de horizon. Want download'n mag dan mooi klinken, het echte Gronings biedt zoveel meer. En omdat elke taal een extra venster op de werkelijkheid is, gun ik het iedereen in Groningen om thuis te zijn in de Groningse taal. Om die als het even kan te gebruiken.

Hoe kunnen we zien of het aanslaat?

Deze onderwijsapp gaat hopelijk een beetje helpen. En het mooie is dat de app is gemaakt door jongeren. Op basis van Groningse woorden die ze hebben opgehaald bij inwoners van Zandeweer, Doodstil en Eppenhuizen.

Ik ben benieuwd hoe de app bevalt. Maar ook, wanneer we tevreden kunnen zijn. Want hoe meet je resultaat? Hoe kunnen we zien of het aanslaat? Als kinderen Gronings kunnen lezen? In 'De Gruvvalo' bijvoorbeeld? Of als een leraar aan een van zijn leerlingen vraagt om even met deze app aan de gang te gaan en dan dit antwoord krijgt: 'Ja, Dikke Tammo!' *)

*) 'Ja, doei...'