Sterren kijken

Intimiderende spreekbeurten. Wie wel eens voor een groep mensen spreekt, kent vast wel het gevoel dat ik vandaag heb. We treffen elkaar in de werkplaats van Staatsbosbeheer, in het Lauwersmeergebied. Maar ik houd het gevoel bij dit hooggeleerd publiek: waarom heb ik ook al weer ja gezegd op de uitnodiging om hier iets te zeggen? Kan ik de aandacht van deze mensen vasthouden? Want ongeveer iedereen in de zaal weet veel meer dan ik van sterren en het heelal.

Alleen al de uitnodiging. Die heeft een imponerende precisie. Of ik om 18:13 uur aanwezig kon zijn? Veel nauwkeuriger kun je het niet krijgen! Daarna werd het gelukkig aan de telefoon iets afgezwakt. Want het mocht ook na 18:13 uur zijn. Als het tenminste maar na zonsondergang is, klonk het toen. Ah, dáárom 18:13…

Ontzag

Mijn ontzag voor astronomen is groot. Dat begon al met de Wijzen uit het Oosten, al weet ik niet helemaal meer zeker of dat wel astronomen waren.

En het ging door op het schoolplein. Er waren jongens die de namen - en kenmerken - van dinosauriërs achteloos kunnen oplepelen. Zo'n jongen was ik niet. En anderen die direct het merk en type herkennen van elke auto die door de straat rijd. Ik niet. Nog steeds niet. En weer anderen die van alle spelers in de eredivisie wisten waar ze vroeger hadden gespeeld. Ik ook niet.

Toen veranderde de 'Nieuwe Pyama' in 'Nachtjapon'. Tja…

Zo waren er ook jongens bij mij op school had die alles wisten van sterren en planeten. Ik wist daar stukken minder van. Later hoorde ik wel van het ezelsbruggetje om de namen van de planeten te onthouden. 'Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nieuwe Pyama'. Hoewel die twee M-en nog voor verwarring zorgden bij mij, was het zo eigenlijk wel te doen. Dat werd anders, toen de wetenschap had uitgemaakt dat Pluto eigenlijk geen echte planeet is. 76 jaar na de ontdekking... Toen veranderde de 'Nieuwe Pyama' in 'Nachtjapon'. Tja…

Pas toen ik aan mijn verhaal voor vandaag werkte, leerde ik deze: 'Mijn Vader At Meestal Jonge Spruitjes Uit Nieuwe Pekela'. Of 'Nieuweschans', natuurlijk. Voor de commissaris van de Koning in Groningen werkt dat trucje beter.

Onbereikbaar

Maar goed: als je al zo jong veel van het heelal weet, hoe moet dat er dan wel niet aan toegaan op de opleiding sterrenkunde? Een opleiding die vanwege de portie natuurkunde, wiskunde en informatica voor gewone stervelingen buiten bereik ligt? Een vakgebied bovendien waarin zoveel Nederlanders enorme resultaten hebben bereikt. Lang geleden, maar ook vandaag de dag. Met soms de Nobelprijs als beloning.  

Een vakgebied ook, waarin al zo lang zo veel gebeurt. Ik denk aan de opkomst van de ruimtevaart. De verkenning van de planeten. Aan de bemande en onbemande vluchten, aan satellieten, aan de Hubble. Aan de ontraadseling van de energiebron van sterren. Bewijzen van de oerknal. De ontdekking van zwarte gaten. En de degradatie van Pluto natuurlijk...

Een vakgebied dus, dat vrijwel letterlijk eens in de zoveel tijd een nieuwe horizon ontdekt. In de wetenschap dat er achter die horizon weer een nieuwe ligt. Die waarschijnlijk weer een tipje van de sluier van het mysterie oplicht.

Snoepwinkel

Het lijkt me dat je je als wetenschapper een kind in een snoepwinkel moet voelen, als je vakgebied zo in volle galop is. En dat de verwondering waarschijnlijk bij elke ontdekking alleen maar toeneemt. U kent vast het sleetse grapje dat elke student geschiedenis te horen krijgt: dat zijn vak nooit af is. Dat gaat ook op voor elke sterrenkundige.

Want met zoveel studenten wordt het dringen om die paar beschikbare telescopen.
Ik vertelde net over mijn schoolplein, vroeger. Dat je jongens had die de volgorde van de planeten zo opdreunden. Tegenwoordig is de kans bijna 50/50 dat ook meisjes dat kunnen. De opleiding sterrenkunde aan de RuG groeit als kool. Waren er eerder meestal vijf of zes eerstejaars, de laatste jaren zijn het er honderd. Of zelfs ietsje meer. En van die honderd is bijna 40 procent tegenwoordig vrouw. Als je dan nog bedenkt dat meisjes gemiddeld betere studieprestaties hebben dan jongens, dan denk ik dat het vakgebied sterrenkunde al gauw twee keer zo goed wordt! En het was al zo goed...

Maar al deze studenten moeten 'het vak' leren. Waar dan? Want met zoveel studenten wordt het dringen om die paar beschikbare telescopen. En de pech is, dat je in ons werelddeel niet zo makkelijk ergens een nieuwe telescoop kunt neerzetten. Want er is bijna overal te veel licht. 

Paradox

Ook dit is een ervaring uit mijn jeugd. Dat je pas echt iets in het donker kunt zien, wanneer je het licht uit doet. Iedereen die is opgegroeid in een dorpje ergens in een polder, kent het. Je fietst 's nachts in het donker naar huis en doet je voorlamp alleen aan als er een auto aankomt. Want anders zie je maar een fractie in de duisternis van wat je ziet als het licht uit is. Om goed het licht te zien, moet het dus donker zijn. Dat is een soort paradox, die een beetje lijkt op wat Einstein ooit zei: het meest onbegrijpelijke van het heelal is dat het begrijpelijk is.

Deze plek, de rand van het land, is bij uitstek geschikt om ver te kijken.
Donker is het alleen aan de randen van Nederland. En zelfs daar eigenlijk al niet meer. We moeten er met ons allen erg ons best voor doen. Vannacht is een extra lange nacht. En het is niet alleen allerheiligenavond, tegenwoordig beter bekend als 'halloween', het is ook de 'Nacht van de Nacht'. De nacht waarin alles donker blijft. En waarin daarom misschien wel meer te zien is.

Deze plek, de rand van het land, is bij uitstek geschikt om ver te kijken. En we weten het: een wijde blik, verruimt het denken! Het is dus goed nieuws voor onszelf dat we met zijn allen het Lauwersmeer tot dark sky park hebben uitgeroepen.

Kippenvel

En bij de samenwerking die daar voor nodig was, is het niet gebleven. Want we hebben nu ook een telescoop, met een terras, waar zowel studenten als 'gewone mensen' plezier van krijgen. De studenten vast een beetje meer, maar ook inwoners kunnen kennisnemen van de waarnemingen hier. Of beter gezegd: van de waarnemingen dáár boven.

Die rilling die je dan langs je ruggengraat voelt

Ik mag de telescoop van dichtbij zien. De hemel is bewolkt, maar het is even droog. Ik hoop dat hij ooit leidt tot een mooie ontdekking. Om te beginnen voor de studenten zelf. Iets zoeken en het dan vinden.

Bij een wijkbezoek in Groningen-Zuid was er ooit een buurtbewoner die me wilde wijzen waar bij de Coendersborg ransuilen zaten. Maar hoe we ook keken, we zagen niks. Die vogels kunnen zich heel verdekt ophouden. Een soort omgekeerde dennenappels. Doodstil. En toen we ze eindelijk hadden gevonden, keken de uilen ons met knipperende ogen aan. 'We zagen jou al lang hoor.' 

Het moment van ontdekking. Die rilling die je dan langs je ruggengraat voelt, met kippenvel op je armen - die sensatie wens ik elke student hier toe.