Tot besluit

We zijn aan het eind gekomen van de laatste Statenvergadering van het jaar. En ik zeg nog iets tegen de leden van Provinciale Staten dat aardig bedoeld is. Het is raar. Op de livestream zie je er niks van, want ik kijk rond en af en toe in de camera. Maar ik spreek voor een Statenzaal met lege stoelen. En dat voelt akelig.

We zijn aan het eind gekomen van een jaar waarin we op allerlei manieren onder druk van corona hebben vergaderd. We hebben ontzettend veel varianten met elkaar bekeken. En ik kan niet anders dan (net als veel statenleden) tot de conclusie komen dat de oervorm – met 43 statenleden in de Statenzaal zitten – verreweg de leukste is. Ik zeg met enige spijt dat we al de verschillende varianten dit jaar weer hebben ervaren. En mijn voorgevoel is dat we dat aan het eind van 2022 opnieuw tegen elkaar zullen zeggen. Een volle Statenzaal is veel inspirerender dan de aanblik van de Statenzaal in een hybride debat. In een volle Statenzaal voel je de democratie.

Rijksbeleid beïnvloeden

We zijn ook aan het eind gekomen van een dag waarin het nieuws werd gedomineerd door activiteiten buiten de Statenzaal. Er werd een nieuw regeerakkoord gepresenteerd. En ook dat was een soort afsluiting. Maar dan de afsluiting van de langste formatie in de parlementaire geschiedenis. Ik denk dat we vandaag allemaal zijn begonnen de tekst te lezen. Statenleden die de Statenvergadering met aandacht hebben gevolgd, kunnen het onmogelijk al uit hebben. We zijn met vereende krachten in het provinciehuis aan het lezen. Maar in tal van andere gebouwen gebeurt dat ook. We zullen er de komende dagen in slagen om dat document van een steeds preciezere duiding te voorzien.

Het spel is onoverzichtelijk. En de regels veranderen nogal eens.

Vandaag spraken Provinciale Staten over de herverdeling van het Gemeentefonds. Daarin ging het uitvoerig over de pogingen om het beleid van de Rijksoverheid te beïnvloeden. Dat lukt lang niet altijd. Het speelveld is ingewikkeld. Het spel is onoverzichtelijk. En de regels veranderen nogal eens. Maar het is absoluut de moeite waard voor iedereen die Groningen een warm hart toedraagt om te proberen in Den Haag en in Brussel het beste voor Groningen er uit te slepen.

Ondenkbaar

Mijn eerste indruk – die ik ook al publiek heb gemaakt – is dat het coalitieakkoord voor Noord-Nederland en zeker voor Groningen goede mogelijkheden biedt. Maar dat is tekst. Het moet nog worden uitgewerkt. Het moet nog worden gerealiseerd. En ik heb ook vandaag weer gemerkt hoezeer we allemaal gemotiveerd zijn om er ook werkelijk het uiterste uit te halen. We blijven nog wel even duwen.

We lezen alsof ons leven er vanaf hangt.

Het is ondenkbaar, aan het eind van deze dag, dat we het regeerakkoord al helemaal hebben begrepen. Maar we doen ons uiterste best. We lezen alsof ons leven er vanaf hangt. Ik heb groot respect voor de grootgebruikers van beleidsteksten. Ook die van de Provincie Groningen. Statenleden in het bijzonder. Daarom zijn we ook opnieuw begonnen veel aandacht te besteden aan de kwaliteit van de stukken. En ik weet dat Statenleden gemotiveerd zijn (sommige zelfs zeer gemotiveerd) om daaraan hun bijdrage te leveren. En terecht.

60 besluiten en de rest

Want als je volksvertegenwoordiger bent, dan vergader je heel veel uren. Je leest zorgelijk veel stukken. Je moet er over praten met je fractiegenoten. Je belt met bewoners, met organisaties, met bedrijven. Dan heb je je partij nog. Bezoeken afleggen. Kaders stellen en controleren en ondertussen ook nog volksvertegenwoordiger zijn: Het is een enorme opgave. Hoe kleiner de fracties worden, hoe minder makkelijk het wordt om daarin de taken te verdelen. En dan is het een huzarenstukje als je uit de rijstebrijberg van de informatievoorziening niet alleen de hoofdlijnen weet te halen, maar ook de betekenisvolle details. Die laatste haal je meestal niet uit de provinciale stukken. Je moet er op af.

Niet omdat we een hekel aan elkaar hebben.

We zijn aan het eind van een jaar gekomen, waarin de Staten van Groningen zo’n 60 besluiten genomen in de Staten. Dat lijkt niet veel. Maar dat zijn alleen maar de besluiten. Heel veel van de tijd die we met elkaar hebben besteed, ging in iets heel anders belangrijks zitten. Namelijk democratische controle. Dat de uitvoerende macht nauwkeurig wordt gevolgd. Niet omdat we een hekel aan elkaar hebben. Maar omdat het essentieel is dat die rol op een goede manier wordt vervuld. En ik heb er groot respect voor dat Statenleden dat in het afgelopen jaar weer met volle energie hebben gedaan, onder moeilijke omstandigheden. 

Besluiten die we niet nemen

En ja, dus ook flink wat beslissingen. Beslissingen die energie kosten. Beslissingen soms, waarover je achteraf nog eens nadenkt: was dit wel de goede beslissing? Je moet hier namelijk besluiten nemen. U bent gekozen om te kiezen. Neutraliteit is geen optie. Zo nu en dan is dan een onderbreking, bijvoorbeeld in de vorm van het kerstreces, een welkome afwisseling. Het is de leden van Provinciale Staten zeer gegund.

Maar het ontbrak ons aan de tijd om er een goed debat over te voeren.

We zijn ook aan het eind gekomen van een dag waarin we één besluit niet hebben genomen. Dat was de beslissing over het initiatiefvoorstel voor de Referendumverordening. Een initiatiefvoorstel van de SP. We hadden wel willen beslissen. Maar het ontbrak ons aan de tijd om er een goed debat over te voeren. En dit onderwerp verdient het wel. Het getuigt van collectieve wijsheid dat de Staten hebben besloten het onderwerp te bespreken in de eerste vergadering van het nieuwe jaar.

Een beslissing dus die we niet hebben genomen. En ik vond over dat soort beslissingen een prachtig gedichtje in de nieuwste dichtbundel van Toon Tellegen. Het is gewijd aan beslissingen die we niet hebben genomen. Het heet 'De beslissingen'.

Tot besluit

Het zijn woorden tot besluit. We zijn aan het eind van de vergadering. Ik wens iedereen in de Staten, gesterkt door dit gevoelige gedicht en door de wetenschap dat er altijd weer nieuwe kansen zijn om besluiten te nemen en andere weer uit te stellen, fijne Kerstdagen en een goed reces.

De nieuwjaarswens stel ik nog even uit. Die houden de Staten van me tegoed.