Nait soezen moar doun!

Gelukkig nieuwjaar allemaal. En welkom op onze nieuwjaarsreceptie. Mooi dat we elkaar weer persoonlijk ‘hail en zegen in ’t nije joar’ kunnen wensen.

 

Welkom op een receptie die nog maar twee maanden is verwijderd van de Statenverkiezingen. En nog maar één maand van de presentatie van het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie. En dat zijn alleen nog maar de gebeurtenissen die we kunnen zien aankomen.
 
Als de afgelopen jaren ons één ding hebben geleerd, is het de enorme impact van dingen die we niet zagen aankomen. Onze vorige nieuwjaarsreceptie is één pandemie en het begin van een bloedige oorlog geleden. En behoorlijk veel maatschappelijk ongenoegen.

Onvrede

Veel Nederlanders maken zich zorgen over de verharding van het maatschappelijk debat. Over de polarisatie, de bubbels, de ruwe woorden en de harde omgangsvormen op social media. Opvallend is dat ze daarin vooral politici een kwalijke rol toedichten. Veel mensen vinden dat politici slecht met elkaar omgaan, dat ze niet eerlijk zijn en niet weten wat er leeft onder de mensen.
 
En vooral: politici lossen de problemen niet op. De vaste voorbeelden zijn de toeslagenaffaire en de gaswinning in onze provincie. Die zijn symbool geworden voor het onvermogen van de politiek om adequaat te reageren. Mensen willen dat de politiek deze problemen óplost.

het vloertje voor de teleurstelling van straks

Het is een schrale troost dat de meeste kritiek zich richt op Haagse politici. Want die zijn nou eenmaal het meest zichtbaar. En ja, Den Haag is nog niet klaar met Groningen. Daarover straks meer. 
 
Maar wij zijn ook niet klaar met alleen wijzen naar Den Haag. We staan aan het begin van een nieuw jaar, aan het begin van een verkiezingscampagne. Ik hoop dat iedereen die daarin een rol speelt, goed nadenkt over die rol. Of je optreden het publieke vertrouwen zal versterken of verzwakken. Of je een toon aanslaat die past bij een pittig debat, of dat je net over het randje gaat.
  
En dan de inhoud. Kunnen we realiseren wat we beloven? Of leggen we het vloertje voor de teleurstelling van straks? Ik hoop op een verkiezingscampagne waarin alle partijen laten zien dat ze zich bewust zijn van die verantwoordelijkheid. Vertrouwen in de politiek is in handen van alle politici. 

De weg naar de hel 

We weten het al in januari: of het nu gaat om kilo’s, bewegen of roken: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens. In beleid kun je niet wonen. Beloften - en excuses - veranderen nog niks. Dat komt niet doordat we gemeen zijn. Het is geen complot of wreed plan om mensen te grazen te nemen. 
 
De Nationale ombudsman zei het treffend in het afgelopen jaar, hier in de Statenzaal: ‘overheden overschatten altijd hun uitvoeringskracht.’  Een snelle blik op de tranentrekkende toestand bij een stikstoffabriek laat overigens zien dat dat niet alleen geldt voor overheden! 

Ik wil vandaag zeggen dat ik trots ben op hun werk.

Beleid is belangrijk. Maar het komt aan op de realisatie. Op het werk van verstandige ambtenaren die de prestaties leveren waarover wij opscheppen. En van anderen die werk doen in onze opdracht. Het zijn deze mensen die vooraan staan bij het incasseren van de woede over politieke keuzes. Frustraties die zij niet kunnen helpen.
 
Ik wil vandaag zeggen dat ik trots ben op hun werk. En dat wij pal willen staan voor iedereen die werk uitvoert voor de provincie.  

Iets rechtzetten.  

Dan nu Den Haag. Ons politieke centrum dat gek genoeg helemaal niet in het centrum ligt. ‘Randstad’: het woord zegt het al!  Ik snap best dat het soms lastig is om vanuit de duinen het hele land te overzien. Om echt te begrijpen welke nationale kansen er liggen buiten de Randstad. Maar het zou een geschenk zijn voor het hele land als ‘Den Haag’ de potentie van het hele land zou zien en benutten. Potentie, zoals bij ons in Groningen.
  
Vandaag presenteer ik mijn jaarverslag over het afgelopen jaar. Het heeft een veelzeggende titel. ‘Iets rechtzetten’. Het is een reactie in twee woorden op de ellende rond gaswinning. Over een maand verschijnt het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie. Al bij de verhoren werd genadeloos blootgelegd dat de Nederlandse staat in 60 jaar gaswinning maar één belang zag: dat van de staatskas. 

dat zich in de afgelopen tijd de ‘gaskolonie’ heeft gevoeld

Gas was een succes met een inktzwarte rand. Nederland werd schatrijk van Gronings gas. Er waren jaren dat de gasbaten goed waren voor 20% van de inkomsten van het rijk. Onze welvaartsstaat, de infrastructuur in de Randstad - het is er allemaal van betaald. Graag gedaan, natuurlijk. Maar de rekening werd neergelegd bij een paar honderdduizend Nederlanders die de pech hadden dat de gasbel zich onder hun huis bevond.  

Excuses hebben ze al vaak gehad. Beloften ook. Het woord ‘ereschuld’ in een recente Kamermotie is treffend gevonden. Maar die woorden zijn leeg, als ze niet worden gevolgd door daden. Het gevoel leeft breed: Nederland heeft hier iets recht te zetten. We hebben het overal verteld. We horen het overal terug. Ook in Den Haag. Het wachten is op daden. 

Wij verwachten van de Haagse politiek, van kabinet en parlement, dat de onverkwikkelijke geschiedenis van de gaswinning praktische consequenties heeft. Bevrijd mensen uit een bureaucratisch doolhof. Maak heel wat gebroken is. Zet recht wat onrecht is geworden. Toon je commitment zonder voorbehoud. Aan de Nederlanders die door de gaswinning worden geraakt. Aan het deel van Nederland dat zich in de afgelopen tijd de ‘gaskolonie’ heeft gevoeld. Den Haag heeft echt wat recht te zetten.

Daadkracht graag 

We staan aan het begin van een nieuw kalenderjaar. Dat is iets anders dan een schone lei. Het verleden schept verplichtingen. Maar een nieuw jaar biedt nieuwe mogelijkheden. Voor iedereen die Nederland en Groningen een warm hart toedraagt. Voor mensen die hun woorden serieus nemen, is het een kleine stap van woorden naar daden.

iets moeilijks te doen dat juist nu essentieel is

Voor mensen die een publiek ambt hebben – of dat ambiëren – is het een dure plicht om mee te helpen het vertrouwen in de overheid te herstellen. Niet te ondermijnen. Niet te volstaan met het vrijblijvend exploiteren van ongenoegen, maar om een geloofwaardig alternatief te presenteren. En dat waar mogelijk ook te realiseren. 

Om zo met vereende krachten iets moeilijks te doen dat juist nu essentieel is. Bij te dragen aan een overheid die mensen ervaren als relevant en positief. Als een overheid van ons, voor ons en door ons allemaal. Op onze daden komt het aan. 

Ik breng een dronk uit op de daadkracht: Nait soezen, moar doun.  

 

Bronnen:

SCP, 'Continu onderzoek burgerperspectieven, bericht 2-2022', december 2022, daaruit in het bijzonder blz. 4 en 41.

Algemene Rekenkamer, 'Besteding van aardgasbaten: feiten, cijfers en scenario's', oktober 2014, in het bijzonder blz. 4.