Yes, we can!

In 2008, het lijkt nog zo kort geleden, maakte een Amerikaanse presidentskandidaat furore met een slogan die vleugels kreeg: ‘Yes, we can!’. Zeven jaar later verzekerde een Duitse bondskanselier haar landgenoten: ‘Wir schaffen das’. Ook die uitspraak kreeg vleugels.

 

Het duurde een paar jaar voor ik ontdekte dat deze beide beroemde slagzinnen afkomstig zijn van dezelfde figuur: Bob de Bouwer. In Nederland beantwoordt hij de vraag ‘Kunnen wij het maken’ met: ‘Nou en of!’. In Amerika zegt hij ‘Yes we can’. En in Duitsland… inderdaad.

Ik weet niet zeker wat het zegt over wereldleiders dat ze hun inspiratie putten uit een animatiepoppetje. Maar één ding is zeker: op tweederde van een aflevering van Bob de Bouwer is het altijd crisis. Maar aan het eind van elke aflevering is elke crisis opgelost. Kunnen wij het maken? Nou en of!

In deze 'longread' bepleit ik een overheid die doet wat overheden horen te doen. Recht zetten wat scheef is gegroeid. Het is dringend dat het gebeurt. En ja, we kunnen het maken. Yes we can.

Het jaar van crises

In het echt zijn crises taai. En 2022 ontplooide zich als een jaar van crises. Ze buitelden en buitelen over elkaar, de problemen die zo groot zijn dat we ze ‘crisis’ zijn gaan noemen. En ze haken in elkaar, zodat wie krachtig wil optreden al snel verlamd wordt door de neveneffecten van zijn handelen.

Het meest ingrijpende was het misdadige optreden van Rusland in Oekraïne. Dat is rampzalig in Oekraïne zelf, maar het veroorzaakt ook crisis in de rest van Europa en daarbuiten. Het bracht oorlog terug in Europa. En daarmee tekorten aan energie en voedsel. En de humanitaire crisis van duizenden mensen die moeten vluchten.

gewoon de moed om de oplossingen met belanghebbenden te bespreken

En verder waren er de stikstofcrisis, de vluchtelingencrisis, de klimaatcrisis, de huizencrisis en de vertrouwenscrisis die daar als een natte dweil overheen ligt. Er is van alles scheefgegroeid. En het kabinet – elk kabinet – heeft behoorlijk veel recht te zetten. Dit land is uit het lood.

Het vergt niet veel verbeeldingskracht om te bedenken hoe we de asielcrisis, de woningcrisis, de stikstofcrisis door verstandiger beleid in de afgelopen jaren hadden kunnen voorkomen. Het vergt evenmin veel fantasie om je te kunnen voorstellen welke maatregelen kunnen helpen om de problemen te verkleinen of zelfs op te lossen. Meestal vergt het geen revolutie, maar gewoon de moed om de (soms impopulaire) oplossingen met belanghebbenden te bespreken. En vervolgens te handelen. Wat scheef is, moet je rechtzetten.

Vertrouwen

Wat de ‘crises’ venijnig maakt, is de groeiende twijfel over het vermogen van de overheid om ze op te lossen. Twijfel of het openbaar bestuur nog bij machte is om partijen bij elkaar te krijgen en te houden, om er gezamenlijk uit te komen. Twijfel of we gezamenlijk dat wat scheef is gegroeid weer recht kunnen trekken.

Kritiek op ‘de politiek’ is van alle tijden. Maar het lijkt erop dat de grote stapel crises ook aanleiding geeft tot stapeling van het ongenoegen. Het Sociaal-Cultureel Planbureau houdt de stemming van de bevolking al lang secuur in de gaten. In de laatste ‘burgerperspectieven’ analyseert het SCP ‘dat de manier waarop de politiek omgaat met de afhandeling van de toeslagenaffaire en met de problemen naar aanleiding van de aardgaswinning in Groningen’ hierbij een katalysator van frustratie lijkt te zijn. Het is daarom volgens het SCP belangrijk ‘dat kritische burgers niet afhaken. Daarom moet de overheid laten zien dat ze luistert, betrouwbaar is, keuzes uitleggen en daarnaar handelen - al is dat niet gemakkelijk met de grote uitdagingen waar het kabinet voor staat.’

om mensen die het op eigen kracht niet redden, een handje te helpen

Zo is het precies. Eind november mocht ik een boekje in ontvangst nemen van de Raad voor het Openbaar Bestuur. ‘Gezag’ heet het. We leven in een wereld waarin anti-overheidsdenken en anti-overheidsextremisme opkomen. Maar hoe hebben we dat eigenlijk veroorzaakt? Waarom treden mensen de overheid steeds vaker met wantrouwen tegemoet? Wat is nodig om de relatie tussen overheid en burger te herstellen?

We hebben een overheid nodig die meer present is op de plek waar ze ertoe doet. Waar ze verschil maakt. Een overheid die relevant is voor haar inwoners, door effectief te zijn bij de problemen die zij ervaren. Een overheid die de markt corrigeert. Die het schild is voor de zwakken. Een overheid die zegt: wij waren er om mensen die het op eigen kracht niet redden, een handje te helpen. Om ze te beschermen. Om ze verder te kunnen laten gaan met hun leven. Een overheid die de crisis bij de horens vat.

Wat vooral nodig is, is het lef om dat te doen. Het herstel van vertrouwen, vergt om te beginnen zelfvertrouwen. En dat is niks nieuws. Doen wat overheden horen te doen: recht zetten wat scheef is gegroeid.

Groningen en de crises

Bij veel van de genoemde crises valt op dat Groningen onevenredig in beeld is. Bij de problemen en bij de oplossingen. In de opvang van asielzoekers speelt Groningen een ongewilde hoofdrol, omdat de asielprocedure tot de huidige dag in Ter Apel begint. Dat is de plek waar het zo vreselijk uit de hand liep dat eerst het Rode Kruis en later Artsen zonder Grenzen op Nederlandse bodem te hulp schoten. Om in te grijpen bij verhalen waarvan je de tranen in de ogen springen. In de noodopvang hebben Groningse gemeenten – omdat Ter Apel voor hen dichtbij is – vooraan in de rij gestaan om noodopvang te regelen. Tandenknarsend, omdat de rest van het land pijnlijk achterbleef.

In de energiecrisis hebben we aan een een paar koude weken genoeg om de discussie te starten over het hervatten van de gaswinning in Groningen, alsof daar geen nadelen aan verbonden zijn. De energieschaarste leidt tot hoge energieprijzen en daardoor weer tot ‘energie-armoede’, ook in de rest van Nederland een opkomend thema bij koud weer. In de laatste weken van het jaar bleek dat vooral in Groningen arme inwoners in slecht geïsoleerde huizen in de kou zitten.

vruchteloos voortprutsen in een volledig verstopte Randstad

Voor de beschikbaarheid van gas heeft de Eemshaven inmiddels zijn waarde bewezen, doordat er met vereende krachten in slechts 200 dagen de aanlanding van vloeibaar gas (LNG) mogelijk werd gemaakt. Als het kabinet met wind op zee en de aanlanding daarvan in de Eemshaven net zo’n vaart had gemaakt als met de LNG-terminal, dan was dat goed nieuws geweest voor de klimaatcrisis. Want de afgesproken klimaatdoelen zijn volstrekt onhaalbaar als het kabinet de mogelijkheden van Groningen, met zijn gasinfrastructuur en zijn zeehavens, niet met beide handen aangrijpt.

Zoals voor de huizencrisis vruchteloos voortprutsen in een volledig verstopte Randstad een slecht alternatief is voor het opzoeken van de ruimte. Het ‘Deltaplan voor Noord-Nederland’ dat dat laatste mogelijk maakt, is in dat licht te lezen als een royaal aanbod van de noordelijke provincies aan de rest van het land. Ook hier willen we ons steentje bijdragen aan het aanpakken van de crisis. Het is een prachtkans om wat in de ruimtelijke ordening scheef is gegroeid, recht te zetten.

Gaskolonie

Op oudejaarsavond luisterden mijn ouders vroeger altijd naar Wim Kan. Hij maakte ooit een grapje over Drenthe. ‘Drenthe, daar kun je zo in, da’s allemaal van ons!’, sprak hij enthousiast. De zaal (vol Hollanders) lachte besmuikt. En mijn Drentse ouders vonden het geloof ik niet zo’n erg leuk grapje. Want je wilt niet dat er zo over je provincie wordt gepraat.

In diezelfde tijd kreeg in één provincie, vlak boven Drenthe, de ‘gaskolonie’ vorm. ‘Kolonie’, dat is dat je niks te zeggen hebt over de rijkdommen die bij jou worden gewonnen. En dat die dus ergens anders terecht komen. ‘Groningen, daar kun je zo in. Da’s allemaal van ons!’. Het bleek maar al te waar.

We wonen in een kwestie.

Over de nadelen van de gaswinning hoef ik hier niet uit te wijden. Die zijn pijnlijk bekend. Scheuren in de huizen. Scheuren in het vertrouwen. Scheuren in de gezondheid van mensen die veel te lang moeten wachten. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid stelde begin 2015 vast dat met de belangen van Groningers geen rekening was gehouden. De verhoren in de parlementaire enquête maakten pijnlijk duidelijk hoe schokkend waar dat was. Het ging uitsluitend om de financiële belangen van de staat. Wie last had van de gaswinning, werd klein gehouden. Kunnen wij het maken? Ze dachten: nou en of!

Het woord ‘Groningen’ werd in Den Haag in de afgelopen jaren synoniem voor een kwestie. We woonden al ver weg (helemaal uit Groningen?), maar nu kwam dat andere negatieve etiket er nog overheen. Als de Tweede Kamer vergadert over gaswinning, verwijzen de bordjes naar een hoorzitting over ‘Groningen’. Als de informateur de moeilijke kwesties voor het kabinet noemt, dan noemt hij ‘Groningen’ in hetzelfde rijtje als de ‘Toeslagenaffaire’. We wonen in een kwestie.

Ereschuld

Maar ook kwesties kunnen worden opgelost. Als we één ding mogen verwachten van de parlementaire enquête, dan is het dat ze bijdraagt aan het rechtzetten wat in 60 jaar gaswinning scheef is geraakt. Anticiperend op het eindrapport, spraken Tweede Kamerleden van een ‘ereschuld’. Van de 400 miljard aardgasbaten is slechts een fractie in Groningen geïnvesteerd. Dat is waar. Daarover later meer. Maar de hoofdzaak is dit: enkele honderdduizenden inwoners van Nederland krijgen de rekening gepresenteerd voor de welvaart van generaties Nederlanders. Dat is een groot onrecht.

De zwaarste aardbeving in het Groningenveld, die van Huizinge, was in augustus tien jaar geleden. Sinds die klap is gewerkt aan het organiseren van schadeafhandeling en versterking. Maar voor veel te veel mensen heeft al die activiteit te weinig opgeleverd. Dat tekent hun leven. Dat beperkt hun geluk en beschadigt hun gezondheid.

Ook aan de vaak gedane belofte onze provincie beter achter te laten na een periode van gaswinning, is tot nu toe volstrekt onvoldoende inhoud gegeven. Niet alleen heeft de versterkingsoperatie te weinig snelheid, er is ook onvoldoende oog voor de kwaliteit van de huizen die gebouwd worden. Bewoners moeten knokken om terug te krijgen wat ze hadden. En om bijvoorbeeld de verduurzaming mee te nemen bij de versterking. ‘Geld speelt geen rol’, klinkt het opgewekt. Maar de praktijk van schadeherstel en versterking is er vaak een van too little, too late.

Durf eens schandalig royaal te zijn!

Kan het anders? Jazeker. De Groninger Bodembeweging en het Groninger Gasberaad hebben in september het 'Eisenpakket voor Groningen' aangeboden aan staatsecretaris Vijlbrief. Daarin beschrijven ze hoe schadeherstel en versterking beter kunnen. Ook de Nationale ombudsman deed een en andermaal aanbevelingen voor verbetering.

In het kort komt het hier op neer. Zorg dat mensen verder kunnen met hun leven. Stop de ramp-in-slow-motion. Juist als zaken (mede door de lange duur) ingewikkeld zijn geworden, moet de overheid optreden. Dingen recht zetten. Stuur mensen niet van het kastje naar de muur. Pers ze niet in een keurslijf van regels, procedures en eindeloos wachten. Geef de duizend mensen die inmiddels bezig zijn met schadeherstel en versterking voldoende budgetten en bevoegdheden. En vooral één opdracht: ga mensen helpen. Zo goed en snel mogelijk. Zoals ze het zelf willen. En neem het versleten woord ‘ruimhartig’ deze keer eens letterlijk. Durf eens schandalig royaal te zijn!

Slechts het begin

Als schade netjes wordt hersteld en Groningse huizen weer veilig zijn (een utopisch doel op dit moment), dan is de ‘ereschuld’ overigens nog lang niet ingelost. Want als het zestig jaar lang zo goed was voor Nederland dat er gas werd gewonnen in Groningen, dan is het niet fair dat de nadelen daarvan in één deel van het land terechtkomen. En nee, compensatie is niet in één klap geregeld. Dat vergt een langdurige betrokkenheid van de rijksoverheid, net zo lang als er gas werd gewonnen.


Bij de getroffen inwoners. Het is onverdraaglijk dat de energiearmoede het grootst is in het noordoosten van Nederland, bovenop de vindplaats van een onmetelijke rijkdom. Geef ze steun, zeker als ze er inmiddels volledig doorheen zitten.

En geef ze zo snel mogelijk de voordelen van isolatie en duurzame energie. Van warmte uit de nabijgelegen industrie. Ja, dat kost geld, maar als je de rekening voor de energie van Nederland gepresenteerd kreeg, is het niet meer dan redelijk dat de staat die van jou voor zijn rekening neemt. Gelijk oversteken lukt al niet meer.

In hemelsnaam: kies! Hak een knoop door.

Bij de regio. In Groningen gebeuren fantastische dingen. De geroemde snelheid van handelen bij de LNG-terminal in de Eemshaven is een inspirerend voorbeeld. Doelbewust en krachtig handelen loont. Het helpt Nederland en Groningen verder. We vragen al jaren om grootschalige wind op zee ten noorden van Nederland. Net zoals Duitsland dat al lang doet. Bij ons duurt de besluitvorming over de windmolens en de aanlanding van de elektriciteitskabel in de Eemshaven eindeloos. Dat is niet in het belang van Nederland. In hemelsnaam: kies! Hak een knoop door. Voorzie Nederland van groene waterstof. Vanuit Groningen, de eerste Europese ‘hydrogen valley’. Als we dat goed aanpakken, biedt dat grote kansen. En zo zet je tegelijk ook in Groningen iets recht.

Kansen benutten

En er zijn meer voorbeelden van zaken waar Nederland meer van Groningen kan profiteren en ondertussen iets recht zet. Onze aanpak van zorg en gezondheid loopt voor op de rest van het land. Dat is niet uit luxe, het komt ook voort uit flinke sociale problemen. Een rijksoverheid die zelf investeert in hoogwaardige zorg en preventie, doet zichzelf een groot plezier door te investeren waar die investeringen een groot maatschappelijk rendement hebben. Bij ons.

Groningen is de basis van de ‘Universiteit van het Noorden’. Ook buiten de provincie (Leeuwarden, Emmen) ontstaan campussen, waar kennis, onderwijs (van alle niveaus) en het bedrijfsleven elkaar treffen. We zijn ambitieus. We willen de beste campussen van Nederland bieden aan jonge (en wat oudere) mensen die kennis willen verwerven en ontwikkelen. Dat is cruciaal voor onze ontwikkeling. Voor onze inwoners. Maar als we er in slagen, is het fantastisch nieuws voor Nederland. En nee, zonder geld gaat dat niet.

Wij willen onze handen uit de mouwen steken om de stikstofcrisis het hoofd te bieden. Noordelijke provincies hebben daarvoor plannen ontwikkeld, die ze willen realiseren. De daarvoor benodigde budgetten moeten komen van het rijk, dat zichzelf een plezier doet door op ons aanbod in te gaan.

Omdat het goed is voor héél Nederland.

Onze honderdjarige boerencoöperaties spelen de sterren van de hemel met plastic, gemaakt van suiker en met eiwit, gemaakt van aardappels. In Groningen is de toekomst van de landbouw al begonnen. Een verstandige overheid ondersteunt zulke ontwikkelingen. Daardoor maak je grote private investeringen mogelijk, die zorgt voor werkgelegenheid voor onze kinderen.

Als je een miljoen huizen moet bouwen in tien jaar, dan kan dat ook buiten de Randstad, waar nog ruimte is. Voorkom verdere verstopping in het wegzakkende deel van het land. Maar als je Noord-Nederland wilt benutten, dan komt het aan op betere ontsluiting, onder andere via de Lelylijn, de Nedersaksenlijn en versterking van het bestaand spoor. Ook hierin is iets flink scheefgegroeid.

De recente geschiedenis laat zien dat Noord-Nederland altijd moet knokken voor investeringen in infrastructuur die voor iedereen is (en door ons allemaal wordt betaald). Er zijn veel argumenten aan te dragen voor een onvoorwaardelijk commitment van de Nederlandse staat aan deze ontwikkeling. Omdat het goed is voor Noord-Nederland. Omdat het goed is voor héél Nederland. Omdat het land uit het lood is en zo weer een beetje kan worden rechtgezet.

Iets rechtzetten

En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Al die nationale kansen, al die ruimte voor nieuwe ideeën in Groningen: het is voor heel Nederland bereikbaar, want het is allemaal van ons! We zeggen het in alle bescheidenheid: Nederland kan wel een beetje extra Groningen gebruiken. We moeten elkaar daarvoor vinden. Ons weten te verbinden. Dan ligt een betere toekomst voor het grijpen. Nederland is nu uit het lood, maar dat hoeft niet zo te blijven.

We kunnen rechtzetten wat er in Nederland is scheefgegroeid. Tussen de Randstad en de regio. Tussen Nederland en Groningen. In de vele crises die ons lijken te verlammen. Samen versterken we de samenhang in Nederland. Zo krijgen we een klein land kleiner! Kunnen wij het maken? Nou en of!