'Paasrapport' januari, Haagse kidnappers

In een volle Statenzaal trapte ik op onze nieuwjaarsreceptie het jaar 2023 af. Een bijzonder jaar voor ons. Op het moment van de receptie was het nog maar ruim twee maanden voordat er provinciale verkiezingen zijn. De verkiezingen waarin wordt bepaald wat voor volksvertegenwoordiging en bestuur de Provincie Groningen de komende vier jaar krijgt.

René Paas op ambtsbezoek in Veendam, samen met kinderen op een mountainbike.

Provinciale verkiezingen zijn voor landelijke media een lastig fenomeen. En ook voor politieke partijen. De media zijn op zoek naar onderwerpen die iedereen in het land aanspreken, met mensen aan het woord die iedereen kent. En dan kom je vaak uit op landelijke politici, die met hun Haagse bril op dingen zeggen die over Haagse zaken gaan.

om de statenverkiezingen te voorzien van een landelijk frame

En dan zijn politieke partijen er als de kippen bij om de statenverkiezingen te voorzien van een landelijk frame. Bijvoorbeeld door een tweestrijd te suggereren tussen landelijke partijen over landelijke thema's. Hoofdpijnveroorzakend voor iedereen die enig begrip heeft voor de rol van de provincie. En voor wie ziet hoe partijen in onze provincie vorm geven aan hun verantwoordelijkheid.

De provincie zelf maakt verschil

Want wat de Haagse kidnappers van de provinciale verkiezingen ook suggereren, de Statenverkiezingen gaan niet over Den Haag. Als inwoners op 15 maart hun stem mogen uitbrengen, kunnen ze met die stem aangeven hoe het verder moet met onderwerpen in hun eigen leefomgeving. In hun provincie. In Groningen.

Ze vertellen de politieke partijen die een gooi doen naar een zetel in de Staten hoe ze aankijken tegen de energietransitie en de klimaatdoelen. Tegen de vraag waar en hoeveel woningen gebouwd kunnen worden. Waar plek is voor bedrijven.

dat moeten de provincies maar doen

Over woningnood dus. En over de vraag waar we kunnen werken en ons geld verdienen. Ze wijzen welke kant het op moet in de bebouwde kom en in het landelijk gebied, met de landbouw, met natuurontwikkeling. Met stikstof. Met de leefbaarheid in dorpen en wijken. Met het openbaar vervoer. Over een toekomst voor boeren. Over biodiversiteit. Over bereikbare ziekenhuizen en scholen.

Dat zijn ongelooflijk belangrijke onderwerpen, waar elke inwoner mee te maken heeft in het dagelijks leven. Zaken ook, waarvan politiek Den Haag vaak zegt: dat moeten de provincies maar doen, want die kennen hun regio het beste.

Het maakt dat provincie niet de onzichtbare en anonieme bestuurslaag is waar zij wel eens voor wordt uitgemaakt, maar een uiterst relevante. Die bezig is met wat ons dagelijks leven raakt: met wonen, werken - ja, met leven.

Wat willen wij zijn?

Daarom zijn Statenverkiezingen belangrijk. Ook ditmaal. De 45 leden van de Provinciale Staten van Groningen die op 15 maart worden gekozen, gaan de komende vier jaar met onderwerpen aan de slag die bepalend zijn voor hoe wij hier willen wonen en werken.

En ja, die nieuwe leden van Provinciale Staten kiezen wie er in de Eerste Kamer komen. Dat is zeker belangrijk. Maar allereerst gaan deze verkiezingen over Groningen: wat voor provincie willen wij zijn?