Monumentaal

Groningen is een orgeltuin. Een walhalla voor orgelliefhebbers. Niet alleen is de dichtheid aan middeleeuwse kerken hier enorm groot, veel van die kerken zijn dankzij schenkingen van rijke Groningers voorzien van een indrukwekkend orgel. Het jaarlijkse Schnitger-festival bijvoorbeeld, laat zien hoe fantastisch de prestige-objecten uit de zeventiende en achttiende eeuw ook na vele eeuwen nog klinken.

 

Dat spreekt niet vanzelf. Iedereen weet dat monumenten steeds bezig zijn zichzelf af te breken. Daar hebben ze niet eens aardbevingen voor nodig, al bevorderen die het proces wel. En gebruiksvoorwerpen, zoals orgels, slijten ook door het gebruik.

Steeds aangepast

Dat niet vanzelf spreekt dat orgels blijven spelen, blijkt zodra je je verdiept in de restauratiegeschiedenis van zo'n orgel. Het Martinikerk-orgel, dat misschien wel het mooiste van de wereld is, bestond al in de vijftiende eeuw. Maar het is daarna geen eeuw hetzelfde gebleven. Om te beginnen sloeg de bliksem in in de Martinitoren, die daarop grotendeels instortte. Pal daaronder bevond zich het orgel, dat dus in 1482 weer compleet moest worden opgebouwd.

Twee eeuwen later maakte Arp Schnitger er zijn meesterwerk van. Sindsdien spreken we van 'Schnitger-orgel'. Maar voor zijn komst hadden maar liefst vier verschillende orgelbouwers er in vier verschillende jaren ingrijpende veranderingen in aangebracht. Elke 40 jaar was het dus prijs. En vanzelfsprekend is het orgel ook na Schnitger steeds opnieuw aangepast aan de laatste mode of aan de eisen van de tijd. Steeds weer door verbouwers of restaurateurs die liepen te mopperen op de keuzes die de vorige generatie had gemaakt.

gebouwd op een kerkhof voor pestlijders in de eerste buitenwijk van Groningen

Het orgel van de Nieuwe Kerk is veel jonger. Minder prestigieus ook. De Nieuwe Kerk is natuurlijk wel monumentaal, maar niet middeleeuws. Hij is 'pas' in 1660 gebouwd - op een kerkhof voor pestlijders in de eerste buitenwijk van Groningen. De kerk was gebouwd voor de protestantse eredienst. Die is nu praktisch ondenkbaar zonder orgel, maar het zou nog 170 jaar duren voordat deze Nieuwe- of Noorderkerk ook een orgel zou krijgen. Het was ontworpen door Van Oeckelen, maar het werd gemaakt door Johannes Timpe. 'Timpe fecit' staat er trots onder het jaartal boven de speeltafel. Dat klinkt alsof het af is.

Lotgevallen

Het kan zijn dat Timpe dat ook dacht, maar daarna begon het werk pas. Timpe stierf zes jaar na de oplevering van dit orgel, maar hij moest zelf nog aan de bak voor herstelwerkzaamheden. En het orgel is na Timpes dood eindeloos gerestaureerd. De website Groningen Orgelstad bevat een schokkend overzicht. Onder het veelzeggende tabblad 'lotgevallen' staan maar liefst negen pogingen tot restauratie. In minder dan twee eeuwen. En waarschijnlijk even zoveel pogingen om de klank en de klankkleur op orde te krijgen.

Ik las dat het orgel werd vergeleken met Assepoester. De mooie prinsessen hangen in andere kerken in Groningen. Deze was tweederangs. En met dit orgel was altijd wat. In 1840, het orgel was toen nog geen tien jaar oud, was men al aan het prutsen met het tongwerk van de hobo ‘wegens haren ellendigen toon en doordien zij niet naar de stemming wil luisteren’. Een instrument dat niet gestemd wil of kan worden. De nachtmerrie van elke organist.

Dit vraagt stayerskwaliteiten.

De laatste restauratie is afgerond in 2018. Ik was er bij toen het met een feestelijke marathon in gebruik werd genomen. Een marathon... dat was eigenlijk een perfecte metafoor voor de zware aanloop naar de feestelijke ingebruikname. Dit vraagt stayerskwaliteiten. Helaas ook voor de toekomst: want de ervaring leert dat geen enkele restauratie de laatste is. Een gerestaureerd orgel is geen rustig bezit.

Luid geweest

Laten we er dus van genieten. Dit prachtige instrument heeft bepaald geen 'ellendigen toon' meer. Het klinkt fantastisch, tenminste wanneer het, zoals vandaag, virtuoos wordt bespeeld. Subtiel, maar ook imponerend luid. Het volle werk. En ik vind het prachtig dat dat op een glimmend plaatje wordt vastgelegd. Ik krijg de cd-opname aangeboden van het Timpe-orgel op zijn mooist. Gemaakt door de drie organisten van deze kerk, die zo vertrouwd zijn met de binnen- en buitenkant van dit orgel. Stef Tuinstra, die er praktisch in woonde en de laatste restauratie begeleidde. En Jelte Hulzebos en Mannes Hofsink.

om te kunnen bewijzen hoe prachtig het orgel in 2023 klonk

We zijn al weer vijf jaar na de afronding van de restauratie in 2018, dus statistisch gezien al weer mooi op weg naar de volgende restauratie. En voordat straks de volgende generatie restaurateurs weer traditiegetrouw loopt mopperen op de keuzes van de vorige, is het fantastisch om te kunnen bewijzen hoe prachtig het orgel in 2023 klonk.

Natuurlijk was ook de productie van de CD lastig. Ongelukken komen nooit alleen. Maar zo ingewikkeld en frustrerend als de voortdurende restauratie van het orgel zelf, wordt het niet gauw. Het is feestelijk om te vieren dat dit spectaculaire orgel even 'af' is, ook al weten we dat dat niet zo blijft.

Enfin. Monumenten dus. We mogen er een tijdje goed voor zorgen. In de hoop dat volgende generaties dat ook doen. De dichter J.C. Bloem was geloof ik niet het zonnetje in huis, maar hij zag het goed: "Niet te verzoenen is het leven. Ten einde is dit wellicht nog 't meest: Te kunnen zeggen: het is even Tusschen twee stilten luid geweest."