Fleur Gräper heeft het laatste woord op haar afscheidsreceptie

‘Paasrapport’ april, Duw- en trekwerk

Er gebeurde veel in april. Het was de maand waarin gedeputeerde Fleur Gräper afscheid nam. De maand waarin de onderhandelingen over een nieuw college van GS feitelijk begonnen. Genoeg om op terug te kijken.

Urenlang overleg met een kabinetsdelegatie, foto Martin Drenth, RTV Noord

Maar er was één onderwerp dat bijna elk beschikbaar gaatje vulde. En meestal aanzienlijk meer dan dat. De kabinetsreactie op de parlementaire enquête gaswinning. Op zich is dat raar. Want wat het kabinet gaat er zelf over. Staatssecretaris Vijlbrief bepaalt (in samenspraak met de rest van het kabinet) wat voor brief hij stuurt aan de Tweede Kamer. Daar heeft hij ons niet voor nodig, zou je zeggen.

Inzet gesprek

Tegelijk is cruciaal dat de reactie van het rijk geloofwaardig is. Want hoe belangrijk het rapport ook is, in rapporten kun je niet wonen. Daarom voerden we in de afgelopen maanden veel en intensieve gesprekken met vertegenwoordigers van overheden, maatschappelijke organisaties en met de staatssecretaris om te bespreken wat wij graag zouden zien als reactie op het rapport van de enquêtecommissie.

Deze gesprekken, maar vooral de voorbereidende gesprekken in eigen kring, maakten een snelle reactie mogelijk. Meteen al bij de presentatie van het rapport. De maandag na de presentatie tijdens onze persconferentie in Nieuwspoort. Maar ook in de indrukwekkende gezamenlijke verklaring van gemeenteraads- en statenleden op 8 maart. Het maakte ook een met iedereen afgestemde 'inzet voor het gesprek' mogelijk, die we op 31 maart presenteerden.

Over de inhoud daarvan hoefde niemand verrast te zijn. We hadden ons pakket zorgvuldig afgestemd met veel mensen in Groningen. En in Den Haag hadden we relevante spelers bij het rijk, bewindspersonen, Kamerleden, ambtenaren ook van tevoren uitgelegd wat we verstaan onder een geloofwaardig antwoord op een 'ereschuld'.

zeker onvoldoende om de ‘ereschuld’ recht te zetten

Er volgde nog een serie intensieve gesprekken met de staatssecretaris. Er volgde zelfs een langdurig overleg met een kabinetsdelegatie, waaronder de Minister-President in onze eigen Statenzaal. Maar het bleek met alle argumenten die we inbrachten niet mogelijk om het antwoord van het kabinet hetzelfde gewicht te geven als onze inzet. Er bleef een groot gat, constateerde ik 's avonds laat, na afloop van het overleg met de kabinetsdelegatie. Dat was nog steeds het geval toen de Minister-President en Staatssecretaris Vijlbrief de kabinetsbrief kwamen presenteren in Garmerwolde.

Nog niet klaar

"Het Rijk zet vandaag stappen in de goede richting", vonden wij. "En het komt met miljarden over de brug. Maar het is de vraag of dit pakket toereikend is om de problemen met schadeherstel en versterking werkelijk op te lossen. Het is zeker onvoldoende om de ‘ereschuld’ recht te zetten die in decennia van gaswinning is ontstaan."

Maar zoals gezegd: de brief is van het kabinet. Aan de Tweede Kamer. En daarmee is het dus nog niet klaar. De Tweede Kamer zal er iets van moeten vinden. Het gesprek over het inlossen van een ereschuld is nu in handen van de volksvertegenwoordigers. En we zullen er opnieuw voor zorgen dat ze precies weten wat wij denken dat daarvoor nodig is. Groningers en hun kinderen verdienen compensatie voor de doorstane ellende. Een betere afhandeling van schadeherstel en versterking. En vooral een betere toekomst.